Twijfel door olieramp over boorplannen Shell
De olieramp in de Golf van Mexico heeft twijfel gezaaid over de plannen van Shell om voor de kust van Alaska te boren naar olie. Amerikaanse toezichthouders willen onder toenemende kritiek van onder meer milieuorganisaties voor volgende week dinsdag meer informatie over de veiligheidsmaatregelen van het olieconcern.
Een maand geleden kreeg Shell enkele van de reeks benodigde vergunningen voor boorwerkzaamheden in zowel de Chukchizee, het gebied boven de Beringstraat tussen Alaska en Siberië, en de Beaufortzee ten noordoosten van Alaska. Milieugroeperingen wilden daar een stokje voor steken, maar een rechtbank bepaalde donderdag dat de vergunningen terecht zijn verstrekt.Wel wil de Amerikaanse overheid dat Shell extra veiligheidsmaatregelen neemt om een ramp als die in de Golf van Mexico te vermijden. Bij het platform dat daar drie weken geleden zonk, ging van alles mis. Zo werkte een afsluiter niet waardoor uit de gebroken leiding honderdduizenden liters olie de zee in stromen.
„Met beperkte mogelijkheden om te reageren op eventuele lekkages en extreme weersomstandigheden, is Alaska geen gebied om te gokken op olievondsten", aldus milieugroeperingen.
Volgens ramingen van de Minerals Management Service, een onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken dat over de Amerikaanse bodemschatten waakt, is het gebied voor de kust van Alaska goed voor de winning van ongeveer 24 miljard vaten (van 159 liter) olie.
Shell heeft sinds 2005 3,5 miljard dollar gestoken in de plannen voor Alaska. Het Brits–Nederlandse concern wilde al in 2007 aan de slag gaan in het gebied, maar stuitte veelvuldig op verzet van milieugroeperingen. Shell staat echter niet alleen. Ook de branchegenoten ConocoPhillips, Eni, Repsol en Statoil willen op zoek naar olie in de Chukchizee.