Vrachtwagenchauffeurs en Europa
Met een gangetje van zo’n 80 kilometer per uur doorkruisen ze dagelijks Europa. Ham uit Parma, bloemen naar Londen, chocola uit Zwitserland. Zijn er grenzen?
De invloed van Europa wordt steeds groter. Ook op het gebied van arbeidsvoorwaarden kun je er niet meer onderuit. Op dit moment hebben onderhandelaars van werkgevers en werknemers een flinke kluif aan de nieuwe Europese richtlijn over de 48-urige werkweek voor de transportsector.Men was gewend aan werkweken van gemiddeld 55 uur, maar vanaf 23 maart 2010 moest dat voorbij zijn. Nu mag men gemiddeld ‘maar’ tot maximaal 48 uur werken. Werkgevers en vakorganisaties kunnen nog altijd niet tot overeenstemming komen over hoe dit opgevangen moet worden.
Enige rek
Er blijkt in die 48 uur wel enige rek in te zitten. Volgens de richtlijn valt de beschikbaarheidstijd niet onder werktijd. Voor de werknemers is de beschikbaarheidstijd gewoon wachttijd en wordt wel betaald. De uren die werkgevers niet hoeven te betalen volgens de cao zijn de pauzes en de aaneengesloten rust.
Dit betekent dus al iets meer uren die werknemers kunnen draaien zonder dat zij over de 48 uursgrens heen gaan. Ook mag men in een week af en toe wel over de 48 uur heen (met een maximum van 60 uur), maar het gemiddelde over 26 weken moet op 48 uur uitkomen.
Achteruitgang
Toch zal het voor bijna alle chauffeurs een achteruitgang in salaris betekenen. Dit brengt grote gevolgen met zich mee. Mensen hebben nu eenmaal ook een uitgavenpatroon dat gebaseerd is op het salaris met zo veel overuren.
Een basissalaris is in de transportwereld niet veel. De rekening kan ook niet eenzijdig bij de werkgevers neergelegd worden. Er zijn berekeningen waaruit blijkt dat werknemers soms wel tot 15 procent salaris zouden moeten inleveren. Er zal de komende jaren dus wel degelijk aandacht gegeven moeten worden aan passende loonontwikkeling voor de werknemers in de sector.
Verder moeten we binnen de regels van de verordening blijven. Het staat werkgevers en werknemers niet vrij om zelf regels te maken die hiervan afwijken. Officieel moest er voor 23 maart al wetgeving zijn. Er zijn afspraken gemaakt met het ministerie van Verkeer en Waterstaat dat, ondanks het feit dat men na 23 maart terechtgekomen is, de wijzigingen eventueel omgezet kunnen worden in een wet.
Akkoord
Er is nog altijd geen akkoord, terwijl de tijd dringt voor deze beroepsgroep. We hopen dan ook dat partijen snel een akkoord zullen bereiken.
Hierbij moet er oog zijn voor werknemers die niet meer dan 48 uur wensen te werken. Maar ook moet een inkomensverlies, voor werknemers die uren moeten inleveren, zo veel mogelijk worden uitgesloten.
Op zich is het begrijpelijk dat Europa eenduidige regels wenst over de maximaal te werken uren. Uiteindelijk zal het ook in het belang van de werknemers in Nederland zijn dat buitenlandse chauffeurs niet extreem veel langer kunnen werken dan hier.
Voor de politiek ligt hier ook een taak om op EU-niveau de ontwikkeling, juist in de trasportsector, in de gaten te houden. Er moet een dialoog zijn en blijven, ook over arbeidsomstandigheden van buitenlandse chauffeurs, waar arbeidsvoorwaardelijk nogal grote verschillen op te merken zijn. Op dit moment ligt er echter een zure appel waar doorheen gebeten moet gaan worden, want inkomensverlies uitsluiten én voldoende bescherming bieden voor werknemers is een zeer grote uitdaging.
De auteur is als jurist collectieve belangenbehartiging werkzaam bij de RMU. Reageren aan scribent? socialezaken@refdag.nl