Dat maakten zij dinsdag bekend tijdens een persconferentie in Zeist.De bisschoppen en de KNR stemden zowel in met het voorliggende onderzoeksplan als met de beoogde samenstelling van de commissie.

Deetman, die al had aangegeven zich beschikbaar te willen stellen voor het voorzitterschap van de commissie, reageerde positief op het verzoek van de bisschoppen dat daadwerkelijk te doen.

De kerkleiders zeiden dinsdag er het „volste vertrouwen” in te hebben dat de onderzoekscommissie een transparant, onafhankelijk en wetenschappelijk onderzoek zal uitvoeren. Daarop hebben de slachtoffers volgens hen recht. Voor de kerk is het volgens hen absoluut noodzakelijk „om slachtoffers zo goed mogelijk te helpen en toekomstig misbruik effectief te voorkomen.”

In het beoogde tijdpad voor het onderzoek staat hulp aan slachtoffers boven aan de agenda. De kerk hoopt van de commissie-Deetman spoedig te horen of aanvulling van het hulpverleningsaanbod wenselijk is en hoe bestaande hulpprocedures, bijvoorbeeld via de organisatie Hulp & Recht, geoptimaliseerd kunnen worden.

De afgelopen maanden zijn er in totaal 1900 meldingen binnengekomen over seksueel misbruik binnen de kerk.

De bisschoppenconferentie en de KNR lieten weten dat ze „iedere vorm van seksueel misbruik krachtig veroordelen. Misbruik staat haaks op het Evangelie en de waardigheid van de menselijke persoon.” Ook bieden ze hun „diep gevoelde meeleven en excuses” aan de slachtoffers aan.

In het onderzoeksvoorstel vraagt Deetman om openstelling van archieven, zodat het onderzoek naar misbruik correct kan worden uitgevoerd. Dat zou mogelijk nog wel voor problemen kunnen zorgen, zo bleek gisteren.

Speuren levert geen probleem op als het gaat om de archiefkasten van de Rooms- Katholieke Kerk, maar wel bij die van de religieuze organisaties. „Zij zijn autonoom”, aldus prof. dr. mr. P. J. E. Chatelion Counet, secretaris van de KNR. „Deetman dringt aan op opening van de archieven, maar hij weet dat de KNR een koepelorganisatie is die de religieuze ordes en congregaties niet kan dwingen.”

Chatelion Counet zei dat het in het belang van de instituten en de kerk is om medewerking te verlenen. De bisschoppen laten het aan de onderzoekscommissie over om op dit gebied initiatieven te ontplooien.

Op een vraag of het onderzoek mogelijk nog wordt uitgebreid, antwoordde bisschop De Korte dat het de bedoeling is het in korte tijd af te ronden, mede in het belang van de slachtoffers. „In Ierland heeft het onderzoek tien jaar geduurd, waardoor slachtoffers ongeduldig werden.”

Bisschop De Korte vulde aan geen grenzen te stellen aan het onderzoek. In hoeverre de commissie-Deetman onderzoek zal doen naar medeverantwoordelijken, laat hij over aan de deskundigen.

Hij meldde verder dat de kerk geen zeggenschap heeft over de juridische verjaring van de delicten. „Publiek straffen zal maar beperkt mogelijk zijn. Daarbij zijn er ook daders die reeds overleden zijn, of hoogbejaard.”

Volgens de bisschop is het, in een aantal gevallen, echter wel mogelijk om daders te schorsen.