Tientallen doden door aanslagen Irak
Een reeks aanslagen maandag in Irak heeft aan tientallen mensen het leven gekost. Met een dodental van ruim tachtig en honderden gewonden is het de bloedigste dag dit jaar in Irak tot nu toe geworden. Doelwit van de terroristen waren vooral burgers, zoals arbeiders en bezoekers van markten, maar ook politieagenten en militairen.
Mogelijk zitten extremisten van de soennitische minderheid achter het geweld. Zij lijken gebruik te maken van de politieke impasse na de verkiezingen van 7 maart, waarbij geen duidelijke winnaar uit de bus kwam. Volgens Iraakse politici willen de terroristen het geweld tussen soennieten en de sjiitische meerderheid aanwakkeren.In Hilla kwamen ruim dertig mensen om het leven en raakten zo’n 140 mensen gewond doordat twee auto’s vol explosieven kort na elkaar ontploften. Toen de hulpdiensten ter plaatse waren blies een derde zelfmoordterrorist zichzelf op. De aanslagen vonden plaats voor een textielfabriek in de stad ten zuiden van de hoofdstad Bagdad.
In de stad al–Suwayra, 50 kilometer ten zuidoosten van Bagdad, kwamen zeker dertien mensen om door een aanslag op een markt in de buurt van een sjiitische moskee. Ten minste veertig mensen raakten gewond.
In de havenstad Basra was het in de vroege avonduren raak. Hier zaaide een autobom op een markt dood en verderf.
In Bagdad stierven zeven agenten en militairen, nadat gewapende mannen controleposten in het oosten en westen van de hoofdstad met automatische wapens hadden bestookt. Twee andere agenten overleden na drie bomaanslagen in het zuiden en westen van de hoofdstad.
Ook waren er vier bomaanslagen op huizen in en rond Fallujah, ten westen van Bagdad. In de huizen woonden veiligheidsfunctionarissen. Volgens de politie en een arts in het lokale ziekenhuis kwamen vier mensen om en raakten er elf gewond. Fallujah is een van de bolwerken van soennitische rebellen.
Acht anderen kwamen om het leven bij terroristische aanvallen in de buurt van de steden Mosul, Iskandiriyah en Tarmiyah.