Massagraf Albanezen ontdekt in Servië
In Rudnica in het Servische district Raska is een massagraf ontdekt waarin waarschijnlijk ongeveer 250 Albanezen uit Kosovo begraven liggen. Zij zijn gedood tijdens het conflict in Kosovo eind jaren negentig van de vorige eeuw. Dat heeft de Servische aanklager Vladimir Vukcevic, belast met de opsporing van oorlogsmisdaden, maandag bekendgemaakt.
Rudnica ligt in het zuidwesten van Servië, niet ver van de grens met Kosovo. Vertegenwoordigers van het Servische Openbaar Ministerie en Eulex, de missie van de Europese Unie in Kosovo, troffen het massagraf aan in een steengroeve. Waarschijnlijk zal spoedig worden begonnen met het opgraven van de lijken. „Dit is eens temeer een bewijs dat Servië zijn donkere verleden niet uit de weg gaat en bereid is al degenen die misdaden hebben begaan, voor de rechter te brengen”, aldus Vukcevic.Tijdens het conflict over Kosovo brachten de Servische veiligheidsdiensten de stoffelijke resten van honderden etnische Albanezen uit die provincie over naar diverse locaties in Servië, waaronder de hoofdstad Belgrado. Het regime van president Slobodan Milosevic wilde zo voorkomen dat het van oorlogsmisdaden zou worden beschuldigd. In 2001 werden op drie plaatsen in Servië de lijken van meer dan 830 Kosovaarse Albanezen aangetroffen. Tegen de plaatsvervangende Servische minister van Binnenlandse Zaken, Vlastimir Djordjevic, loopt een proces voor het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag wegens onder meer de deportatie van etnische Albanezen uit Kosovo.
Het geweld in Kosovo kostte aan ongeveer 13.000 mensen het leven. Aan de strijd kwam een einde toen de NAVO Servische doelen bombardeerde om het bewind van Milosevic te dwingen zich uit Kosovo terug te trekken. Kosovo kwam toen onder bestuur van de Verenigde Naties. De provincie verklaarde zich in 2008 onafhankelijk. De Verenigde Staten en de meeste lidstaten van de Europese Unie hebben de onafhankelijkheid van het gebied erkend, maar Belgrado weigert ermee in te stemmen.