Poëzie versus terreur
De naam van de Duitse dichters Selma Meerbaum is inmiddels een begrip geworden in Duitsland, Israël en de VS, maar is in Nederland nog relatief onbekend. Toch zijn haar gedichten het lezen meer dan waard.
Het is een wonder dat de 57 gedichten van Selma Meerbaum-Eisinger het Derde Rijk hebben overleefd. Toen het getto van de stad Czernowitz in 1942 werd ‘ontruimd’, kon het naar haar vader en stiefvader genoemde Joodse meisje Selma Meerbaum-Eisinger op het laatste nippertje haar gedichten aan een vriendin geven. Die vriendin moest het bundeltje op haar beurt aan Selma’s vriend Lejser Fichman overhandigen. Selma Meerbaum sterft op 16 december 1942 als gevolg van vlektyfus in het naziwerkkamp Michailowka. De gedichten komen veilig in Fichmans handen.Voordat Lejser Fichman in 1944 naar Palestina vertrekt, geeft hij de gedichten terug aan Selma’s vriendin Else. Fichman zal Palestina niet bereiken. Het Turkse schip Mefkure met Joodse vluchtelingen wordt in de Zwarte Zee door een Russische onderzeeër getorpedeerd.
Uiteindelijk komen de gedichten in Israël terecht. Het zal tot 1979 duren voordat ze integraal door de universiteit van Tel Aviv worden uitgegeven. In 1980 volgt een uitgave in Duitsland met belangrijke achtergrondinformatie over Selma Meerbaum door Jürgen Serke. De titel luidt ”Ich bin in Sehnsucht eingehüllt”.
In 2009 verzorgden Herman van Veen en Edith Leerkes een programma over Selma Meerbaum. In Duitsland, Israël en de Verenigde Staten is de naam Selma Meerbaum een begrip geworden. De gedichten zijn vele malen herdrukt en vele daarvan zijn door bekende componisten getoonzet.
Met Selma Meerbaums geboortestad Czernowitz was iets bijzonders aan de hand. Het was de voormalige hoofdstad van het voormalige hertogdom Boekovina, een oostelijke regio van het Karpatische bosgebied. In 1775 werd de Boekovina door het voormalige Ottomaanse Rijk overgedragen aan het voormalige Oostenrijks-Hongaarse keizer- en koninkrijk. In 1848 werd de Boekovina een autonoom kroonland van het Habsburgse huis, in 1918 werd het deel van Roemenië, in 1940 kwam het bij de Sovjetrepubliek Oekraïne. Thans is Czernowitz onder de naam Tsjernivitsi een provinciestad in de Oekraïne.
Nog interessanter dan deze wisselende lotgevallen was de samenstelling van de bevolking in Czernowitz. Bonter kon het niet zijn. In Czernowitz leefden Polen, Slowaken, Roemenen, Oostenrijkers, Saksen, Oekraïners en vooral veel Joden. De Joden van Czernowitz spraken Jiddisch of Duits. De universiteit van Czernowitz was Duitstalig. Czernowitz was symbool voor de veelvolkigheid en veeltaligheid alsmede voor de verdraagzaamheid van het oude Oostenrijk-Hongarije. In die bijzondere omgeving groeiden de dichters Paul Celan, Rose Ausländer en Alfred Margul-Sperber op. En natuurlijk ook Selma Meerbaum.
De eerste gedichten die Selma Meerbaum schreef, zijn nog sterk afhankelijk van de traditionele Duitse poëzie uit de romantiek en uit de twintigste eeuw. Rainer Maria Rilke en Klabund zijn duidelijk aanwezig. Meerbaum vertaalde ook poëzie, bijvoorbeeld van Paul Verlaine en van de Roemeense dichter Discipol Mihnea. Zij moet ook het Jiddisch hebben beheerst. Alle gedichten zijn uit de jaren 1939, 1940 en 1941. De gevaren van de oorlog en de dreiging van deportatie moeten al vroeg zijn gevoeld.
Maar de verwondering over de natuur is sterk aanwezig in de gedichten uit 1939. De band met de zichtbare tekens van regen, blauwe hemel, wolken, sneeuw, berkenbomen, groen gras, de dennen, de rode beuken en de adelaar is constant aanwezig in Selma Meerbaums gedichten.
In de jaren 1940 en 1941 is de natuurlijke omgeving van groot belang voor de dichteres, maar er is een gevoel van afstandelijkheid bijgekomen. De symbiose tussen waarneming en emoties is niet meer vanzelfsprekend. De gedichten uit deze jaren worden overschaduwd door de vrees dat het leven spoedig zal eindigen en dat de liefde met Lejser Fichman geen vervulling zal vinden. Dan zijn de bomen, de bladeren, de nachten, de vlinders en de sneeuwvlokken wel nog aanwezig, maar eerder in dromen dan in de directe natuurbeleving:
En al deze vlokken
zij worden tot tranen.
Ik huilde tranen heet en verward –
begrijp toch mijn dromen, geliefde, ze verlangen
allen alleen maar en eeuwig naar jou.
(8 november 1941)
De woorden van deze gedichten zijn als het ware vanzelfsprekend met elkaar verbonden. Ze zijn op natuurlijke wijze tot een eenheid geworden. Ze dragen het verlangen naar de geliefde, naar de nabijheid en het beleven van wat deze wereld zo bekoorlijk maakt. En dan halen de schrikbeelden de woorden van verlangen in, en overheersen het sterven, de tranen, het niet meer kunnen opstaan. De levensvreugde is steeds opnieuw aanwezig, zoals in dit couplet uit het gedicht ”Poem”:
Ik wil graag leven
Kijk, het leven is zo bont gekleurd.
Je ziet er zoveel mooie kaatsenballen in.
En vele lippen wachten, lachen, gloeien
en laten openlijk hun vreugde zien.
Kijk naar de straat hoe zij oploopt:
zo breed en licht, alsof zij op mij wacht.
En ergens ver daar snikt en speelt viool
het verlangen, dat jou en mij vervult.
De wind ruist roepend door het bos,
hij zegt mij dat het leven zingt.
De lucht praat zacht, is teer en koud,
van verre wenkt en wenkt de populier.
Ik wil graag leven.
Ik zou willen lachen en zware dingen tillen
en ik zou willen strijden en liefhebben en haten
en ik zou de hemel met mijn handen willen voelen
en ik zou vrij willen zijn en ademen en schreeuwen.
Ik wil niet sterven. Nee!
Nee.
Het leven is rood,
Het leven is van mij.
Van mij en van jou.
Van mij.
(7 juli 1941)
Uit mijn poging tot vertaling blijkt helaas niet dat Selma Meerbaum in de oorspronkelijke gedichten nooit het principe van het rijm heeft losgelaten. De dichtregels zijn op zich in hoge mate mooi en hecht van taal. Dit karakter van een hechte structuur wordt versterkt door het rijm. Deze gedichten zijn het meest kwetsbare en meest krachtige verweer tegen de chaos en de willekeur van het brute geweld. Selma Meerbaum schreef uiterst fijnzinnige gedichten in het Duits op hetzelfde ogenblik dat de nazi’s deze taal tot taal van de hardheid en de vernietiging reduceerden.
De bundel ”Ich bin in Sehnsucht eingehüllt” van Selma Meerbaum-Eisinger verscheen bij Hoffman und Campe in Hamburg; ISBN 978 3 455 40121 9; € 8,95.