Bartels deed op 14 november 2007 aangifte tegen Palm Invest. Hij zou dat hebben gedaan op verzoek van de FIOD–ECD, die de aangifte nodig zou hebben gehad om een inval te kunnen plannen. Volgens Soeteman deed Bartels zich ten tijde van de aangifte voor als advocaat van beleggers in Palm Invest, terwijl hij pas na de inval in januari 2008 de eerste beleggers als cliënt kreeg.Mogelijk zijn hierom strafbare feiten, waaronder valsheid in geschrifte, gepleegd in het onderzoek naar Palm Invest, zo stelt de verdediging. Soeteman wijst erop dat de curator van het failliete Palm Invest Bartels aansprakelijk heeft gesteld voor een deel van de schade als gevolg van zijn handelen.

Hoofdverdachten K. en Remco V. werden twee weken geleden veroordeeld tot drieënhalf jaar cel. De rechter in Amsterdam achtte bewezen dat honderden beleggers door toedoen van de twee mannen voor vele miljoenen het schip in zijn gegaan. Het OM, dat de zaak als pure oplichting vanaf het allereerst begin zag, had vijf jaar cel geëist. Zowel het OM als de beide verdachten gingen in hoger beroep tegen het vonnis.

K. en V. lieten weten verheugd te zijn dat de rechtbank hun standpunt deelt dat zij niet met Palm Invest zijn begonnen om mensen op te lichten. Ze betreuren het echter dat de rechtbank oordeelde dat zij daartoe op een bepaald moment wel zijn overgegaan. Ze zien echter een goed uitgangspunt voor een hoger beroep, waarin ze inzetten op vrijspraak voor het resterende deel van de veroordeling voor oplichting.

Soeteman rekent erop dat de uitspraak in het hoger beroep nog tot begin 2012 op zich zal laten wachten. De mannen kunnen het proces in vrijheid afwachten.

Het kantoor van Bartels, die zich destijds met het nodige lawaai opwierp als belangenbehartiger van gedupeerde beleggers, ging afgelopen november failliet. Bartels zelf was toen al geschorst als advocaat, omdat zijn bedrijfsvoering niet op orde was.