Geen sentiment maar medeleven
Er zijn argumenten vóór de oorlog in Irak aan te voeren, er zijn ook zaken tégen de actie van de VS en Engeland op te noemen. Johannes de Jong
waarschuwt voor het oordelen op basis van sentimenten. Het is van belang een goede maatstaf te hebben Het verplichte dagelijkse radioprogramma voor politiek Nederland is ”Met het oog op morgen”. Iedere dag tussen 23.00 en 24.00 uur geeft dat een mooie samenvatting van het nieuws, een overzicht van de ochtendbladen, actueel politiek nieuws en nog wat achtergronden. Natuurlijk besteedt dit programma iedere avond ruimschoots aandacht aan de oorlog in Irak. Wat daarin opvalt, zijn twee dingen. Enerzijds de duidelijke selectie van commentatoren die met name tegen de oorlog zijn, anderzijds de keuze van de muziek. Er worden tussen de items door telkens weer protestsongs uit de jaren ’60 en later gedraaid. Het interessante daarvan is de toon van de korte toelichting op de songs. De titel wordt genoemd en met duidelijke betrokkenheid wordt gerefereerd aan het feit dat deze songs nu toch echt wel op hun plaats zijn.
Vreemd genoeg is dit een mooi voorbeeld van wat er tegen de demonstraties tegen de oorlog in te brengen is. Meer en meer lijkt het erop dat het de organisatoren en veel deelnemers niet primair gaat om de situatie in Irak of om de Irakezen, maar om de eigen pacifistische (antimilitaristische) ideologie, het binnenlandse politiek gebruik, het antiamerikanisme of de (nostalgische) sentimenten waarbij gewapend ingrijpen per definitie fout is.
Kritiek Irakezen
Een aantal voorbeelden illustreert dit. Van de kant van de Irakezen in ballingschap is meerdere malen gepoogd om bij diverse demonstraties in Nederland door te dringen tot de organisatoren van deze protestmarsen. Telkens mislukte dit of wilde men niet echt luisteren en handelen naar de vragen van deze Irakezen. Deze mensen vroegen niet te stoppen met de protestmarsen maar wel om ook aandacht te geven aan het lijden van het Iraakse volk onder de dictatuur. Hieruit bleek al dat men niet echt openstond voor de situatie van de Irakezen zelf. Pas nadat dit uitlekte in de media was men bereid om echt naar de Irakezen te luisteren en ernaar te handelen.
Een ander voorbeeld is een voorval waarbij Irakezen in de VS hun lijden onder de dictatuur onder de aandacht van Jesse Jackson wilden brengen. Ds. Jackson is een vooraanstaande tegenstander van de oorlog in de VS. Toen ze hem eindelijk konden spreken was zijn reactie dat het niet om Irak ging maar om „Bush en zijn kliek”, en daarmee was het gesprek direct afgelopen.
Niet iedereen is gelukkig met de door de VS gekozen weg. Ook binnen de partij en de achterban van onze moederpartij, de ChristenUnie, zijn er veel debatten op gang gekomen naar aanleiding van het standpunt van de fractie. Maar velen beseffen dat er zowel pro als contra goede argumenten zijn. De vraag is welke je het zwaarst laat wegen.
Maatstaf
Vermoedelijk herkennen veel mensen deze ambivalentie. We zoeken naar een goede maatstaf om de situatie te beoordelen! Wat volgens velen in ieder geval voorop moet staan is de afweging van de belangen en noden van de mensen in Irak en niet de sentimenten van de mensen hier. Vanuit dit perspectief kan ook de eis dat de Veiligheidsraad in alle omstandigheden het orgaan moet zijn dat beslist over oorlog en vrede eens kritisch bekeken worden. Ook landen als China en Rusland beslissen daar uiteindelijk via het vetorecht over.
Wie weet dat dit landen zijn waar veel schendingen van de mensenrechten voorkomen, zal op zijn minst vraagtekens plaatsen bij het argument dat alleen met instemming van de Veiligheidsraad aangevallen mag worden. Ook het vasthouden aan deze eis is veelal meer een ideologisch argument dan een argument dat te onderbouwen is vanuit betrokkenheid bij de mensen om wie het gaat.
In dit kader is ook de worsteling van de ChristenUnie en haar achterban te plaatsen. De ChristenUnie wil sociaal zijn (publieke gerechtigheid), ook in internationale betrekkingen, maar niet vanuit de definities van de jaren ’60. Ze wil betrokken zijn maar niet sentimenteel. Ze wil denken vanuit de situatie in Irak en niet vanuit de voorgekookte kaders van de organisatoren van de antioorlogsdemonstraties. En, zoals al geschetst, daar zijn goede redenen voor.
Maar wat is dan de maatstaf om deze situatie te beoordelen? Het is onafwendbaar dat er een maatstaf is. Maar met welke werkt de ChristenUnie? De ChristenUnie denkt vanuit het begrip ”publieke gerechtigheid”. Publieke gerechtigheid betekent dat je denkt vanuit de situatie dáár, zonder je druk te maken over alle ideologieën en belangen hier. Inderdaad, een leidend principe met vooronderstellingen over wat op termijn goed zou zijn voor de mensen daar. Maar wel een principe dat zoveel mogelijk primair insteekt bij de situatie daar en bij de mensen om wie het echt gaat.
Inschatting
Wie met het uitgangspunt van publieke gerechtigheid werkt, is dus eigenlijk overgeleverd aan de inschatting van de gevolgen van bepaalde handelingen voor de situatie daar. Het is dan ook niet meer zo belangrijk vanuit welke motieven bijvoorbeeld de VS handelen. Want ook dan laat je de sentimenten hier voorgaan boven de ingeschatte al dan niet te bereiken verbetering daar. En dit laatste is het enige dat echt telt. Niet iedereen hoeft zich te vinden in de afweging die de ChristenUnie-fractie maakte, maar men kan wel instemmen met deze insteek in de discussie. Omdat je met het principe van publieke gerechtigheid gericht bent op de situatie daar is het ook niet zinvol om het hele politieke debat en alle (individuele) politieke keuzes in Nederland te laten afhangen van de oorlog in Irak.
Publieke gerechtigheid kan zodoende ook een brug slaan tussen mensen hier. We kunnen het hartgrondig met elkaar oneens zijn over de inschatting van de gevolgen, maar toch elkaar niet verketteren omdat we inzien dat zowel voor- als tegenstanders van deze oorlog het goede zoeken in deze situatie.
Johannes de Jong is kandidaat-lid (internationaal secretaris) van het bestuur van PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie.