Christenen vrezen dat deze herhaalde weigering een nieuwe stap vormt in de steeds verdere inperking van de publieke erkenning van het belang van het christelijk geloof voor Amerika. Obama legde wel de gebruikelijke verklaring af.De ”National Day of Prayer” bestaat al langer dan honderd jaar en werd in 1952 door president Harry Truman aangewezen als nationale dag. President Reagan besloot in 1988 dat de dag jaarlijks op de eerste donderdag van mei gehouden moest worden. Sindsdien legde elke president op de dag een speciale verklaring af.

Onder George W. Bush en zijn voorgangers werd tevens een dienst belegd. Met die traditie brak Obama vorig jaar.

De Nationale Dag van Gebed staat in Amerika sterk ter discussie. Vorige maand, op 16 april, verklaarde rechter Barbara Crabb de dag onwettig, nadat de atheïstische Freedom From Religion Foundation een proces had aangespannen. De regering ging daartegen in hoger beroep, waarna de rechter verklaarde dat de –duizenden– gebedsactiviteiten op de dag gedurende het hoger beroep nog door mochten gaan.

Onlangs trok het Witte Huis ook de uitnodiging aan evangelist Franklin Graham in om voor te gaan bij een andere officiële gelegenheid, vanwege „uitlatingen over de islam.”

Op netwerksites als Facebook wordt president Obama opgeroepen de Dag van Gebed weer in ere te herstellen.

Perswoordvoerder Robert Gibbs benadrukt dat Obama de gebruikelijke verklaring wel afgegeven heeft. Daarin noemde hij het gebed een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis. „Ons land houdt het grondrecht van vrijheid van religie en geweten hoog. Amerikanen hebben het daarom altijd gepast gevonden het belang van gebed publiekelijk te erkennen.”

De dag is er om God te danken voor Zijn zegen, aldus de Amerikaanse president. „Laten we ons verheugen over de godsdienstvrijheid en de vele andere vrijheden die ons bij elkaar brengen.” Obama riep verder op tot gebed voor de slachtoffers van natuurrampen en nabestaanden van de slachtoffers van de Poolse vliegramp.