Overnames houden winst Robeco op peil
Overnames hebben in 2002 de winst van vermogensbeheerder Robeco op peil gehouden.
De volle dochter van Rabobank sloot het moeilijke beursjaar af met een operationele winst van 109,2 miljoen euro, tegen 102,1 miljoen een jaar eerder. Zonder de aankopen daalde de winst echter met eenvijfde, bleek donderdag bij de presentatie van de jaarcijfers van Robeco.
De nettowinst nam af met een kwart tot 70 miljoen euro. Die daling kwam volledig op het conto van de fiscus, die in 2001 met een aanslag van 11 miljoen erg mild was voor Robeco. In 2002 moest de vermogensbeheerder, een van de grootste beleggers van Nederland, bijna 30 miljoen euro afdragen.
Het beheerd vermogen had zwaar te lijden van de barre omstandigheden op de aandelenbeurzen. Het totaal kromp met 6,4 miljard euro, maar dat was inclusief het nieuw overgenomen geld. De grote verliezen leed Robeco op beleggingen. Die daalden 7,9 miljard in waarde. Bovendien had de dalende dollar een groot effect. Dat drukte het vermogen uitgedrukt in euro’s met 8,4 miljard. Robeco’s geld komt voor circa 40 procent uit de Verenigde Staten.
In totaal leverde de aankoop van de Amerikaanse vermogensbeheerder Sage, een deel van de Amerikaanse branchegenoot Boston Partners en iets minder dan de helft van Nederlandse hedgefondsbeheerder Transtrend, 8,9 miljard nieuw vermogen op. Bovendien legden bestaande klanten 2,4 miljard euro in.
Na het tweede belabberde beursjaar op rij schroefde Robeco de ambities noodgedwongen iets terug. „We staan op een lager beginpunt dan twee jaar geleden”, stelde bestuursvoorzitter G. Daeninck. „Beleggers staan groggy langs de zijlijn, die moeten terugkomen om te kunnen groeien. Dat zal lang duren omdat het vertrouwen door schandalen zoals bij Ahold voor een groot deel is weggeslagen”, schetste hij de huidige situatie.
Daeninck denkt dat Robeco in de komende vijf tot zeven jaar ongeveer twee tot drie keer zo groot kan worden, afgemeten aan het vermogen in beheer. Vorig jaar dacht hij nog te verviervoudigen in de periode tot 2005. Het nieuwe realisme is mede ingegeven door het mislukken van een grote overname in Groot-Brittannië, een aquisitie die hij een jaar geleden aankondigde voor 2002. „Er zijn meerdere mogelijkheden geweest, maar die waren in onze ogen allemaal te duur”, verklaarde Daeninck het uitblijven van de aankoop. Een van de eventuele overnames zou een verdubbeling in omvang hebben betekend.
Naast groei uit de verkoop van meer beleggingsfondsen verwacht bestuursvoorzitter G. Daeninck ook te profiteren van de malaise in de verzekeringsbranche. Zowel in Nederland als in het buitenland zijn verzekeringsconcerns in de problemen door grote afboekingen op hun vermogen en hun aandelenportefeuille. Daeninck ziet de komende tijd veel verzekeraars het vermogensbeheer in zijn geheel uitbesteden. „We kunnen dan hele blokken vermogen tegelijkertijd aantrekken”, is zijn verwachting.