Stabiliteit en abdicatie
Speculeren over de troonswisseling is al enige jaren een leuk spelletje voor de media en de burgers. Velen hadden verwacht dat koningin Beatrix dit jaar op 30 april de scepter zou overdragen aan haar zoon. Dat is niet gebeurd.
Nu zeggen sommigen dat de abdicatie mogelijk volgend jaar zal plaatshebben. Anderen verwachten die pas in 2013. Dan zal de koningin bij leven en welzijn 75 jaar worden. Als het tot dat jaar duurt, zal zij de oudste regerende Oranje uit de geschiedenis zijn.Niemand weet echter precies de datum waarop koningin Beatrix afstand wil doen. Dat behoort tot de best bewaarde geheimen van het paleis; of misschien wel van de vorstin zelf. Want royaltywatchers beweren dat zelfs haar naaste familieleden niet weten wat de vorstin van plan is. Rustig afwachten is dus maar het beste.
Feit is dat koningin Beatrix het moment van abdicatie met zorg zal kiezen. Dat is op zichzelf al logisch, omdat een troonswisseling een gewichtig moment is dat niet zomaar even mag passeren. Daar komt bij dat Hare Majesteit bekendstaat als iemand die niet houdt van ongecontroleerde acties.
Vrijdag meldde een aantal kranten dat koningin Beatrix ernstig zou hebben overwogen dit jaar afstand te doen van de regering. Maar gelet op de politiek instabiele situatie zou ze dat plan hebben laten varen. Met name het optreden van de PVV baart haar zorgen. Voeg daarbij de wankele positie die het kabinet de laatste maanden voor de val van Balkenende III innam, dan is het zeker waar dat het voor een nieuwe koning niet gemakkelijk zou zijn geweest om dit jaar de troon te beklimmen. Dat wilde de vorstin haar zoon niet aandoen.
Uit ervaring weet koningin Beatrix wat het is om in een roerige tijd de scepter over te nemen. Toen zij in 1980 aantrad, was er een beweging in ons land die een loopje nam met recht en wet. Haar ‘kroningsdag’ werd in zekere zin een krakersdag. De hevige rellen in Amsterdam op 30 april 1980 hebben vanwege de omvang en intensiteit een plaats gekregen in de geschiedenisboekjes.
Toch is de situatie van dertig jaar geleden een andere dan die van nu. Bij de ambtsaanvaarding van koningin Beatrix was er weliswaar een militante beweging die roet in het eten probeerde te gooien, maar die had van betrekkelijk geringe omvang. In brede lagen van de bevolking en bij vrijwel alle politieke partijen bestond respect en waardering voor het koningschap. Bovendien was er sprake van een behoorlijke cohesie in de samenleving. Bij alle politieke verschillen was er ook breed het besef dat men met elkaar het goede voor het land moest zoeken.
Dat is nu anders. De polarisatie in ons land is de laatste jaren fors toegenomen, niet het minst door het optreden van populisten zoals Wilders. Tegenstellingen tussen bevolkings- en belangengroepen zijn scherper geworden en –daarmee samenhangend– is het respect voor andersdenkenden afgenomen. Voeg daarbij de grote economische problemen waarmee ons land thans kampt en het sombere scenario wat de vorstin ervan zou hebben weerhouden om nu af te treden, is compleet.