Heilig
„Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam, die Gij Mij geven hebt…” Johannes 17:11
Dit moet zijn tot onderwijzing van zulke mensen, die menen dat men de vrede moet bewaren met allerlei sekten en religie. Nee, geliefden, zo mag het niet, want de eenheid die Christus van Zijn dicipelen eiste moet zijn in God, in de waarheid. Daarom konden de rechtgelovigen het niet eens zijn met de roomsen, omdat hun religie niet overeenstemt met het Woord van God.Begeren wij zodanige eenheid in de leer en in het geloof te krijgen, dan moeten wij God de Heere ijverig aanroepen. Ook moeten wij vragen of wij in de eenheid van de rechte leer en het ware geloof mogen behouden worden. Dit leert Christus ons hier met Zijn voorbeeld. Hij roept God de heilige Vader aan, of Hij Zijn apostelen in de goddelijke eenheid behouden wil. Hij toont daarmee aan de ene kant van Wie een zodanige eenheid in leer en geloof moest komen. Aan de andere zijde geeft Hij ons een voorbeeld van navolging, om dan ook de Heere onze God te bidden om: „Ik zal hun enerlei hart en enerlei weg geven, om Mij te vrezen al de dagen.”
Opdat dit gebed verhoord mocht worden, wordt van ons heiligheid vereist, want Christus noemt God Zijn heilige Vader. Wie nu begeert als een kind van deze heilige Vader erkend te worden, die moet heilig zijn, zoals Hij heilig is.
Petrus Zimmerman, predikant te Bremen
(”Het gebed Jesu Christi”, 1658)