Studenten moeten meer uitgedaagd worden, is het pleidooi van de bond. Het wordt zo langzamerhand een trend in ons land dat leerlingen en studenten zelf smeken om meer les, meer inhoud en meer niveau op school. Middelbare scholieren en mbo-studenten gingen daar afgelopen jaren zelfs voor demonstreren in Den Haag. De omgekeerde wereld.Dat studenten te weinig uren maken, geldt voor maar liefst driekwart van de populatie. Natuurlijk zijn er studies waar veel, al dan niet verplichte, colleges worden gegeven en waar daarnaast studenten in practica met de leerstof bezig zijn. Dat geldt voor bijvoorbeeld biologie, natuur–, schei- en geneeskunde. Studenten in deze sector, de bètavakken, maken over het algemeen hun uren wel.

Er zijn echter ook studies, vooral in de alfa- en de gammasector, waar dat nogal anders ligt. Studenten die bijvoorbeeld moderne talen of geschiedenis doen, hoeven soms niet meer dan enkele uren per week naar college en mogen de rest van de week zelf invullen. Dit nodigt ertoe uit om flink veel tijd te steken in een bijbaan, de studentenvereniging of hobby achtige zaken. Niet voor niets poneerde toenmalig staatssecretaris Rutte al in 2005, bij de begrotingsbehandeling van Onderwijs, dat studenten „aanzienlijk meer uren” moeten maken.

Ook minister Plasterk zit op die lijn. Bij zijn bezoek aan de Christelijke Hogeschool Ede, een jaar geleden, reageerde hij verbaasd dat hbo-studenten verpleegkunde gemiddeld slechts 32 uur per week met hun studie bezig zijn. Hij vindt dat te weinig voor een voltijdsopleiding die bovendien het imago van een intensieve studie heeft. Volgens de bewindsman kunnen jongeren best veertig uur per week studeren en houden ze dan ook nog tijd over voor een baantje. Hij heeft volstrekt gelijk.

Het is opvallend dat veel studenten helemaal geen bezwaar hebben tegen meer uren maken, als hun opleiding maar voldoende uitdaging biedt. Hier liggen kansen voor hogescholen en universiteiten om jongeren niet met een minimum aan colleges af te schepen, maar hun het volle pond te geven. Dat is gezond voor de studenten én gunstig voor het niveau van het hoger onderwijs in Nederland en daarmee voor onze concurrentiepositie ten opzichte van andere landen. Als gevolg van de internationalisering in het onderwijs volgen steeds meer studenten een deel van hun opleiding aan een buitenlandse hogeschool of universiteit, waar ze soms flink harder moeten werken dan in Nederland.

De politiek zou daarom ook eens kritisch moeten kijken naar de studiefinanciering. Die hoeft geen vetpot te worden, maar dat studerende jongeren tegenwoordig standaard moeten bijverdienen omdat ze anders niet rondkomen, is niet gezond.