„Jesaja 44-46 is betogend toneelstuk”
De ogenschijnlijk onsamenhangende gedeelten uit Jesaja 44 tot 46 zijn het beste te verstaan als een „betoog” in de vorm van een „toneelstuk”, stelt dr. P. Lugtigheid.
De voormalig wijkpredikant uit Delft promoveerde maandag aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het proefschrift ”De terugkeer van Jhwh’s Dienaar. Jesaja 44-46 als betoog”. Zijn promotor was prof. dr. E. Talstra.Vroegere interpretaties van Jesaja 44:21 tot 46:13 gingen er vaak van uit dat de tekst een onsamenhangend aantal oude profetieën is, aldus dr. Lugtigheid. „Tegenwoordig wordt de samenhang weer meer gezien. In mijn dissertatie sluit ik daarbij aan. De eenheden hangen wel degelijk met elkaar samen, maar dan niet op een voor westerse lezers direct begrijpelijke manier.”
De tekst heeft de vorm van een „procesrede”, zo betoogt dr. Lugtigheid in zijn dissertatie. „Er is geen „verteller” die de verschillende stukken tot een lopend verhaal aan elkaar knoopt. De tekst is dramatisch van aard: het lijkt op een toneelspel met verschillende spelers. Cyrus is van hen, naast God, een heel belangrijke. God claimt tegenover de volken met hun goden dat Hij de enige God is en heeft als argument voor Zijn claim dat Hij alleen de geschiedenis kan leiden. Hij heeft ervoor gezorgd dat Cyrus de ballingen liet terugkeren naar Israël.”
Ook andere onderzoekers van Jesaja 44 tot 46 hebben wel gezegd dat de tekst een drama of toneelspel beschrijft, maar in zijn eigen onderzoek heeft hij dat nog verder toegespitst, zegt dr. Lugtigheid. „Het toneelspel dat opgevoerd wordt, heeft ook een bedoeling. Onder de oppervlakte speelt er een discussie tussen de regisseur en zijn „kijkers.” Hij wil hen ervan overtuigen dat ze vanuit Babel naar Israël moeten terugkeren. Eigenlijk is het toneelstuk dus een betoog.”
De „regisseur” is volgens dr. Lugtigheid niet de bekende profeet Jesaja, maar waarschijnlijk een of meer van de tempelzangers uit de vijfde eeuw voor Christus.
Kan de profeet Jesaja de auteur niet zijn?
Dr. Lugtigheid: „Het is een onvermijdelijke werkhypothese om aan te nemen dat dat niet zo is. In hoofdstuk 37 tot 39 gaat het over Hizkia omstreeks 700 voor Christus, terwijl het vanaf hoofdstuk 40 over Cyrus gaat en dat is anderhalve eeuw later. Bovendien verschilt het taalgebruik: vanaf hoofdstuk 40 is dat veel poëtischer. Ik spreek dus liever over „Judeese auteurs.””
Bevrijding
Het belangrijkste argument dat de auteurs gebruiken en dat zij volgens de promovendus dus God op het „toneel” laten zeggen, is dat Hij in staat is de geschiedenis te besturen. „De Judeese auteurs willen laten zien dat God de enige God is. Het argument dat God daarvoor in 44:28 geeft is dat Hij het immers was die bevrijding schonk, door Cyrus opdracht te geven de ballingen te laten terugkeren. De ballingen moesten naar die enige bevrijdende God luisteren en terugkeren naar hun land. God vraagt gehoorzaamheid met hart en voet.”
Het gebruikte argument is nog steeds overtuigend, vindt dr. Lugtigheid. „Het is inderdaad echt gebeurd dat de ballingen van Cyrus mochten terugkeren. Dat was een echte bevrijding en als er iets van bevrijding is, is er iets van God. Daar zou ik wel over kunnen preken.”