Binnenland

Deskundigen getuigen in moordzaak ’t Hooft

DEN HAAG (ANP) – De chronische verkoudheid van één van twee verdachten in de moordzaak op vastgoedhandelaar Victor ’t Hooft werd dinsdag bij het gerechtshof in Den Haag breed uitgemeten. DNA–sporen die bij onderzoek op de plaats van het delict op 7 november 2007 op de kleding van het slachtoffer werden aangetroffen, hoeven niet van de verdachte te zijn, zo vindt de verdediging.

27 April 2010 13:14Gewijzigd op 14 November 2020 10:26

In april vorig jaar sprak de rechtbank in Den Haag het tweetal – uit Voorburg en Delft – al vrij wegens gebrek aan bewijs. Dit gebeurde nadat het Openbaar Ministerie (OM) twintig jaar cel voor hoofdverdachte Remond P. en twaalf jaar voor zijn mogelijke handlanger Leslie S. had geëist. Het OM reageerde teleurgesteld op die uitspraak en ging in hoger beroep.Een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut werd dinsdag gehoord over de vraag in welke mate het neusvocht ook op andere mensen overdraagbaar kan zijn geweest. De verkouden P. bezocht op de bewuste dag een tankstation. Even later kwam ook de vrouw van Van ’t Hooft daar. Volgens het uitgebrachte rapport kan niet worden uitgesloten dat er sprake is geweest van een indirecte overdracht van het neusvocht en blijven er verschillende vragen onbeantwoord.

Het slachtoffer (47) werd in november 2007 thuis gedood door vier kogels. Zijn weduwe was op dat moment in de woning aanwezig en slaagde erin de bivakmuts van de indringer omhoog te trekken. Zij verklaarde daarbij P. te hebben herkend, maar ook over haar uitlatingen bestaan twijfels, zo werd door een andere deskundige bevestigd. Handlanger S. wordt ervan verdacht op de uitkijk te hebben gestaan bij de woning van Van ’t Hooft aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag.

De zaak wordt op 16 en 17 juni verder behandeld bij het gerechtshof in Den Haag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer