Voor de ketting
92 kristallen Swarovskikralen (4 mm)
92 oogjesstiftenl
2 stukjes fijne schakelketting elk van ongeveer 45 cm (schakeltjes 1 à 2 mm)
4 ringetjes (4 mm)
een sluiting: oogje met kapittelstokje
Voor de kralenkwastleen stukje fijne schakelketting van ongeveer 30 cm (schakeltjes 1 à 2 mm)
30 kristallen Swarovskikralen (4 mm)
lnylondraad (ongeveer 60 cm) (dikte 0,20 of 0,25 mm)
16 oogjesstiften (4 mm)
10 fantasiehangertjes
1 ringetje (6 mm)
13 ringetjes (4 mm)
2 rijgnaaldenKettelen is een gemakkelijke manier om kralen geregen op metalen stiften aan elkaar te verbinden. Het is een handigheidje, dat je met een beetje geduld en wat oefenen snel kunt leren. Om te kunnen kettelen heb je een platbek-, een rondbek- en een kniptangetje nodig.

Kettelen doe je als volgt: rijg een kraal op een oogjes- of eindstift. Knip de stift op maat, ongeveer 8 mm strak boven de kraal. Maak met een rondbektang een mooi oogje, draai dit iets voorbij de stift (tekening 1) en zet het gevormde oogje met de punten van de rondbektang terug, zodat de stift precies in het midden van het oogje komt.

Het kettinkje heeft vier snoeren: twee gekettelde kralen kettingen en twee kettinkjes van schakelketting.

Werkwijze

De ketting: Rijg de kralen elk op een oogjesstift. Knip de stift op maat en vorm met een rondbektangetje een mooi oogje. Schakel voor elk kettinkje 46 kralen aan elkaar. Maak een oogje van een stift van een gekettelde kraal open met een rondbektang, bevestig dit oogje aan een gesloten oogje van de volgende stift met kraal enzovoort. Sluit de oogjes zorgvuldig met een platbektang. De gekettelde kralen moeten soepel aan elkaar bevestigd worden. Knip de schakelkettinkjes met een kniptangetje op maat. Ze moeten even lang zijn als de gekettelde kettingen. Maak tweemaal aan weerskanten van een schakelkettinkje en een gekettelde ketting samen een ringetje (4 mm) vast. Bevestig de ringetjes aan de sluiting.

Het kwastje: Rijg vijftien kralen elk op een oogjesstift. Knip de stift op maat en vorm een mooi oogje. Maak drie sliertjes, schakel voor elk sliertje vijf kralen aan elkaar. Rijg een kralenballetje (tekening 2). Doe aan weerskanten van de nylondraad een naald. Rijg vier kralen (kraal 1, A, 2 en B) tot het midden van die draad, steek de linkernaald van rechts naar links door de eerst geregen kraal. Er zijn nu twee werkdraden. Draad 1 is de linker- en draad 2 de rechterdraad. *Rijg twee kralen (A en 3) aan draad 1 en een kraal (B) aan draad 2. Steek de naald van de tweede draad van beneden naar boven door kraal 3 van draad 1. De draden kruisen elkaar automatisch. Draad 1 wordt draad 2 en andersom. Herhaal dit vanaf * nog tweemaal en rijg aan elke draad een kraal (A en B). Maak en vorm het balletje. Steek de naald van draad 1 van links naar rechts door kraal 1 en de naald van draad 2 van rechts naar links door die kraal. Steek nu beide naalden van de draden, elk in goede volgorde, door de vijf naast elkaar liggende kralen A en B. Trek beide draden voorzichtig aan, zodat er een mooi kralenballetje ontstaat. Rijg de draden naar elkaar en knoop beide draden driedubbel op elkaar. Steek de draden in het kralenwerk weg. Rijg het kralenballetje op een oogjesstift. Knip de stift op maat en vorm een oogje. Knip zes stukjes schakelketting van elk 5 cm. Bevestig tweemaal drie kettinkjes samen elk aan een ringetje (4 mm) en drie kralensliertjes samen aan een ringetje (4 mm). Maak die ringetjes vast aan een oogje van de stift van het kralenballetje. Bevestig een ringetje (6 mm) aan het oog van de sluiting en maak hieraan het andere oogje van de stift van het kralenballetje vast. Bevestig nu naar eigen fantasie de hangertjes elk met een ringetje (4 mm) aan de onderkant van de gekettelde sliertjes en de schakelkettinkjes.