„In het hospice is het net als thuis”
„Vannacht heb ik hier in het hospice geslapen”, zegt mevrouw A. Kurvink-Klink (63). „Maar vanaf twee uur was ik wakker. Mijn man was zo benauwd. Dan is het fijn dat je maar een kik hoeft te geven en de nachtzuster staat bij hem.”plattekst rafelen (u20,1,0(Mevrouw Kurvink uit Stellendam is zeer te spreken over het feit dat haar man, L. Kurvink, sinds vorige week maandag in hospice Calando in Dirksland ligt. Thuis ging het niet meer. Haar echtgenoot (68) lijdt aan long- en botkanker en heeft zuurstof nodig, wat in een hospice onder verpleegkundige begeleiding beter gaat.
Bovendien werd de zorg voor mevrouw Kurvink te zwaar. „Ik heb die weggehouden voor m’n twee zoons en schoondochters. Die hebben hun baan en kinderen. We kregen wijkverpleging. Eerst wilden we dat niet in het weekend, maar later kwamen ze ook op zondag. In die tijd durfde ik ook niet meer naar de kerk.”
Vorige week maandag werd de knoop doorgehakt. „Eerst hadden mijn man en ik besloten dat hij thuis zou sterven. Iedereen wil dat wel. Maar de dokter zei: ’t Wordt niks thuis. Mijn man vond het goed.”
De totale verzorging in het hospice „kan niet beter. Hij heeft morfinepleisters tegen de pijn en een pompje dat de medicijnentoevoer opschroeft als hij het benauwder krijgt. Als hij binnen vijf minuten weer overeind wil of op zijn zij wil gaan liggen, zijn hier altijd twee mensen om hem te tillen.”
Mevrouw Kurvink kende Calando al als vrijwilliger. Nu verkeert ze er als familielid van een stervende. „Ik heb hier gewerkt, maar het is nu anders. Ik had nooit gedacht dat ’t zo ingrijpend zou zijn”, zegt ze, terwijl ze hond Fikkie aait. „Ach, dat beest. Hij merkte het als m’n man onrustig was. Likte de tranen van z’n gezicht. Het is fijn dat hij hier ook mag zijn, dit maakt het leven net als thuis.”
Nu verblijft mevrouw Kurvink om de andere nacht in Calando, en aansluitend de gehele dag. Om de andere nacht slaapt ze in haar huis in Stellendam, waar ze een konijn heeft om voor te zorgen. „Als ik hier ben, ga ik er wel eens met de hond uit. Daar knap ik van op. Nu kan het.”
Haar man heeft alles al geregeld voor de begrafenis: wie de rouwdienst moet leiden, de liturgie. „Als hij nog adem krijgt om een woord te zeggen, is dat over het geloof. Hij mag geloven dat hij naar God gaat. Als je dát niet hebt in het leven. Hij vindt veel troost bij Psalm 42:9.”
Bij het vertrek staat mevrouw Kurvink haar zoons te bellen. „We denken dat hij niet meer wakker wordt”, zegt ze met verstikte stem. „’t Zou toch mooi wezen?”
Week 12 2003 is de eerste Week van de Palliatieve Zorg. Dit is de vierde aflevering in een serie over betrokkenen bij de zorg voor stervenden