Weer vliegen
Mondjesmaat is het Europese vliegverkeer vandaag weer op gang gekomen. De schade voor de luchtvaartsector laat zich nog moeilijk begroten, maar die loopt zonder twijfel in de honderden miljoenen euro’s. Daar komt nog een fiks bedrag aan indirecte schade bij. Hotels en vakantiebestemmingen liepen gasten mis, congressen konden niet doorgaan, het transport van pakketjes, bloemen en medicijnen is vertraagd.
Een andere vorm van indirecte schade is die aan het imago van de sector. Wachtende reizigers mopperden over de vertraging, waarbij de een na de ander weet te beweren dat het met de risico’s wel meevalt. Ook hier staan de beste piloten aan de grond.Zodra het stof wat is gedaald, komt inderdaad de vraag boven of dit nu niet anders had gekund. Zaterdag en zondag voerden enkele maatschappijen al testvluchten uit, waarbij bleek dat er nauwelijks sprake was van schade aan de motoren en ook niet elders aan de toestellen.
Toch bleek het ook maandag een tour de force voor de Europese ministers van transport om het eens te worden over het openen van het luchtruim. Kennelijk vonden sommige ministers het erg moeilijk om verantwoordelijkheid te dragen voor zo’n beslissing wanneer risico’s niet 100 procent uitgesloten kunnen worden. Ze kiezen dan voor het voorzorgsbeginsel: bij twijfel niet inhalen.
Nu is luchtvaart een sector waarin autoriteiten graag het zekere voor het onzekere nemen. Terecht, maar toch roept dat hier vragen op. Afgelopen week was sprake van een van de grootste verstoringen van het luchtverkeer sinds het ontstaan ervan, zelfs groter dan na de aanslagen in het World Trade Center op 11 september 2001. De vorige week afgekondigde maatregelen leken echter allerminst logisch: ook helikopters, zweefvliegtuigen en luchtballonen moesten aan de grond blijven, terwijl die nauwelijks de gevarenzone kunnen bereiken. Intussen heeft de directeur-generaal voor transport van de Europese Commissie aangegeven dat het op zo’n grote schaal stilleggen van het luchtverkeer helemaal niet nodig was geweest.
Desondanks werden Europese ministers het maandag pas na urenlang vergaderen eens over het instellen van een zonering in het luchtruim, zodat in elk geval in een deel van Europa weer gevlogen mag worden. De zones zijn pas vanmorgen ingegaan.
Wat vooral bevreemdt aan de gang van zaken is het gebrek aan daadkracht. Het verschijnsel van aswolken brakende vulkanen is bepaald niet nieuw. Kennis over vulkaanuitbarstingen is op andere continenten algemeen beschikbaar. Het instellen van zones is daar heel gebruikelijk. Je zou verwachten dat daarvoor ook in Europa draaiboeken onder handbereik liggen. Echter, de eerste keer dat er een forse aswolk over Europa drijft, leidt dat meteen tot een algeheel lamleggen van het luchtverkeer.
Als er één sector is waarbij een internationale aanpak van belang is, is dat die van de luchtvaart. De afgelopen week heeft geleerd dat de gezamenlijke Europese autoriteiten daar niet toe in staat zijn. Dat is vooral wrang nu binnenkort het touwtrekken begint over de vraag wie verantwoordelijk is voor de schade.