In de dagen voor het historische provinciebesluit van 19 maart kwamen bij Brabantse gemeenten nog tenminste 79 bouwaanvragen van veehouders binnen, blijkt uit een inventarisatie door het ANP. Dat zijn er bijna net zoveel als in de anderhalve maand ervoor, toen de veertig gemeenten die reageerden samen 92 aanvragen ontvingen.De kleine agrarische gemeente Sint–Anthonis kreeg in de laatste twee dagen voor het besluit zes compleet nieuwe aanvragen binnen zonder tekeningen en met nauwelijks documentatie. Vergunningconsulent Ans van der Burgt kan niet anders dan concluderen dat de boeren de bui zagen hangen en hun laatste kans hebben gegrepen.

De Brabantse CDA–gedeputeerde Ruud van Heugten is verrast door berichten die hij ontvangt over een hausse van bouwaanvragen bij gemeenten. Op basis van navraag verwacht hij overigens dat veel opportunistisch ingediende aanvragen kansloos zijn. De vergunningconsulent van Sint–Anthonis heeft die indruk niet. Van der Burgt: „We moeten alles serieus in behandeling nemen".

Uit een inventarisatie door de provincie blijkt dat nog ongeveer vijftig veehouders op basis van eerdere afspraken kans hebben op vestiging op maagdelijke grond in zogenoemde landbouwontwikkelingsgebieden. Het is de provincie niet bekend hoeveel boeren aanspraak kunnen maken op uitbreiding van stallen boven de nieuwe normen. In Sint–Anthonis alleen al vallen ongeveer vijftig dossiers onder deze ’lopende zaken’, schat de gemeente.

De provincie bekijkt dat van geval tot geval. Belangrijk criterium is de kans op succesvolle schadeclaims door veehouders, zegt gedeputeerde Van Heugten.

Provinciale Staten van Noord–Brabant vergaderen vrijdag over de definitieve beperkingen voor (mega)stallen. Linkse partijen waaronder coalitiepartij PvdA hebben al aangekondigd dat ze vinden dat de provincie nog te ruimhartig is voor de lopende gevallen.