„Van slapen op Schiphol komt weinig”
Een vliegveld vol teleurgestelde mensen hoeft toch zijn goede sfeer niet te verliezen. Iedereen verbaast zich erover dat de ongeveer 1500 gestrande reizigers zo begripvol zijn.
Pista Brandauer is een vrolijke Amerikaan uit Florida. Onder zijn hoedje draagt hij halflange blonde haren en aan zijn kin groeit een klein sikje. Donderdagnacht sliep hij met zijn vrouw en anderhalf jaar oude kind op een veldbed. Prachtig vond hij het. Maar niet voor een tweede keer, zei hij vrijdagavond.„Vannacht wil ik wel eens in een hotel slapen”, zegt hij. „En een douche nemen”, voegt zijn oom eraan toe. „En lekker warm eten”, zegt Pista.
Toch moppert hij niet. „Dat doet niemand hier. Zijn de mensen in Europa allemaal zo vriendelijk? Ze zijn zo super-gastvrij. We krijgen alles. Alleen van slapen komt weinig omdat het licht niet uitgaat.”
Of Brandauer nog een kamer vindt, is trouwens de vraag. De hotels in de omgeving van de luchthaven zijn volgeboekt. De directie meldde vrijdagavond dat er ook vannacht nog 1500 bedden zouden worden opgesteld. Voor het loket voor de treinkaartjes staan lange rijen. Een Duitser is bijna aan de beurt. „Na meer dan twee uur wachten”, zegt hij. Hij probeert een nachttrein te krijgen om nog zaterdagochtend in Berlijn te zijn.
Enkele Russische Duitsers van een baptistenfamilie uit Siegburg, onder wie drie jongedames in rok, zoeken op Schiphol naar hun zus Maria. Opeens springt ze tevoorschijn. „Ik was op weg naar een nicht in het Canadese Winnipeg”, zegt ze. „Ik wilde haar onaangekondigd opzoeken op haar bruiloft, maar strandde op Schiphol. Ik wilde mijn nicht verrassen, maar nu werd ik verrast.”