Opinie

Religie is meer dan activiteit van hersencellen

Is godsdienst een product van onze hersenen?

ds. M. J. Kater
16 April 2010 18:13Gewijzigd op 14 November 2020 10:21
Ds. M. J. Kater, christelijke gereformeerd predikant te Sint Jansklooster. Foto RD, Henk Visscher.
Ds. M. J. Kater, christelijke gereformeerd predikant te Sint Jansklooster. Foto RD, Henk Visscher.

„God is geboren op de dag dat ons zelfbewustzijn ontstond en onderdrukt werd”, zo luidt een conclusie van een neurochirurg op basis van recent hersenonderzoek. Is er een ”God-spot”, een duidelijk aanwijsbare plaats voor God in onze hersenen? Heeft God het menselijk brein geschapen of het menselijk brein God?Wie met dit soort vragen geconfronteerd wordt, gaat een landschap binnen dat adembenemend mooi is. Als je als leek het terrein betreedt van de 100 miljard neuronen (hersencellen) elk verbonden met 1000 tot 10.000 verbindingen en dat enigszins op je in laat werken, krijg je al een min of meer religieuze ervaring. Dat zou in ieder geval heel goed het geval kunnen zijn volgens wat sommige neurowetenschappers naar voren brengen.

Wie zich verdiept in de argumenten die hebben geleid tot de stelling dat godsdienst een product is van onze hersenen, kan in ieder geval vaststellen dat religie niet meer gezien wordt als een hersenafwijking. Een sterk religieuze ervaring werd enkele decennia geleden vaak nog afgedaan als bijvoorbeeld een vorm van epilepsie. Neurologen hebben heel verschillende opvattingen over de vraag waar in onze hersenen religieuze ervaringen vooral ontstaan, maar volgens de meesten is godsdienst niet iets wat ontspringt aan een ziekelijk brein. Religie is zo gek nog niet.

Speuren naar God

Hoe komen wetenschappers tot de conclusie dat God een product is van onze hersenen? Een aantal onderzoekers brengt dit vooral in verband met de slaapkwab. Wanneer deze ritmische impulsen ontvangt, kunnen mystieke gewaarwordingen worden bewerkstelligd. Daarbij wordt er nogal eens een link gelegd met seksuele belevingen die het gevolg zijn van dezelfde soort impulsen.

Een ander aspect is de communicatie tussen onze linker- en rechterslaapkwab. Deze corresponderen met elkaar op een bepaalde frequentie. Wanneer de linkerkwab op een andere golflengte gebracht wordt, wordt de rechterkwab als een ”een ander” ervaren en dat zou dan worden vertaald als de aanwezigheid van God.

Andere onderzoekers leggen meer de nadruk op delen van onze hersenen die te maken hebben met ons ruimtegevoel (oriëntatievermogen) al of niet in combinatie met de delen die van belang zijn om prikkels vanuit onszelf en van buitenaf te onderscheiden, waardoor we in staat zijn onderscheid te maken tussen ons zelfgevoel en ons niet-zelf. Welnu, onderdrukking van het ”ruimtedeel” (je gaat dan op in de ruimte, het al) en het ”zelfgevoeldeel” (je voelt je niet meer verantwoordelijk voor je eigen denken, doen en voelen) leidt tot een sterkere bewustwording van het niet-zelf. Dat laatste kan men dan invullen door ”God”. Prikkeling van duidelijk aanwijsbare hersendelen maakt ”God” zo zichtbaar op het scherm. Op de achtergrond van deze opvattingen spelen bepaalde gedachten over de evolutie van onze hersenen een grote rol.

Sporen van God

Het is van belang hier goed te onderscheiden. Het eerste is dat het natuurlijk waar is dat religie te maken heeft met processen in de hersenen. Dat geldt ook voor het eten van een pizza. Maar de vraag waar het om gaat, is of onze hersenen religie scheppen. Als een religieus iemand zegt dat God contact met hem heeft, zal een atheïst als hij op dat moment naar de scan kijkt, niet meer ziet dan hersenactiviteit. Het wereldbeeld dat iemand heeft, blijkt bepalend te zijn voor de interpretatie van de gegevens.

In de tweede plaats bekommert zich niemand serieus om de vraag of de hersenen misschien de pizza scheppen, omdat die behoort tot het zichtbare, de materie. Toch zijn ook andere niet-materiële processen, zoals verliefdheid of pijn, perfect te lokaliseren in de hersenen. Is daarom die verliefdheid of die pijn niet meer dan een product van onze hersenen? Bij al onze ervaringen zijn de hersenen betrokken, we zijn geschapen als lichamelijke en psychische wezens.

Dat wil echter nog niet zeggen dat je alle ervaringen en gevoelens kunt reduceren tot processen in ons brein. Kan de neurologie een betrouwbare uitspraak doen over het al of niet bestaan van het voorwerp van iemands liefde? Het lijkt me dat dan ze buiten haar wetenschappelijke boekje gaat. Evenmin kunnen de plekken in onze hersenen die betrokken zijn bij religieuze gevoelens het wetenschappelijk bewijs vormen voor de stelling dat God een product is van processen in onze hersenen.

Het derde dat opvalt is dat de experimenten getuigen van een beperkte opvatting van religie. Het gaat alleen over positieve spirituele ervaringen, zoals het in extase geraken, en raakt niet de gebrokenheid, de verscheurdheid van het bestaan. Verder beperkt het onderzoek zich tot de vraag hoe hersenen reageren op allerlei religieuze handelingen en symbolen.

Doof

Toch heeft dergelijk onderzoek nut voor de bezinning binnen het christelijk geloof. Ik noem een aantal punten die om verdere doordenking vragen.

  1. Blijkbaar heeft onze Schepper ons brein zo geschapen dat het een instrumentarium heeft om impulsen van buitenaf te kunnen ontvangen en te vertalen in de ”taal van ons bestaan”. Zou dat niet in het bijzonder gelden voor het spreken van buitenaf door God Zelf? Door de zonde zijn wij doof geworden voor dit spreken van God. Blijkbaar kunnen onze hersenen God gemakkelijk vervangen door een of andere ”religieuze ervaring” (Rom. 1:21-25).

  2. Het tweede gebod en de resultaten van recent hersenonderzoek zijn niet met elkaar in tegenspraak. Onze godsbeelden zijn inderdaad het product van onze hersenen. Je kunt dus verdedigen dat godsdienst (met kleine g) een product is van onze hersenen.

  3. Ook in de praktisch-gereformeerde theologie hebben we ons voortdurend te bezinnen op wat er in onze theologie product is van onze hersenen en wat God ons heeft geopenbaard. Neem bijvoorbeeld het voorbeeld van een vrouw die bij het binnenkomen van de dominee al tranen van ontroering in haar ogen kreeg en zo al een ”religieuze ervaring”.

Ook deze zaken mogen in een gesprek met andersdenkenden niet verzwegen worden.

Ds. M. J. Kater, christelijk gereformeerd predikant te Sint Jansklooster en docent apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.

Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer