Ex-gedetineerden: kanjers die het redden
Hoewel de meeste ex-gedetineerden in het programma van stichting Ontmoeting in Epe voortijdig afhaken, gaat regiomanager Hans Dingemanse niet bij de pakken neerzitten. „Het zijn kanjers die het redden.”
Zo’n vijftien jaar ervaring bij stichting Ontmoeting hebben het hem geleerd: het is een „hele toer” om ingesleten gedrag bij ex-gedetineerden te veranderen. Zeker als het gaat om de „zwaarste categorie” van dak- en thuislozen, de veelplegers. Zo’n 85 procent van de ex-gevangenen die instroomt bij stichting Ontmoeting haakt voortijdig af.Geloof
Toch werpt de nazorg aan ex-gedetineerden wel degelijk zijn vruchten af, betoogt Dingemanse. Hij weet zich gesteund door een gisteren gepresenteerd rapport. Daaruit blijkt dat delinquenten die een begeleidingstraject bij stichtingen als Exodus of Ontmoeting volgen, minder vaak weer in de fout gaan dan gevangenen die zo’n programma niet doorliepen. „Het feit dat mensen hier hebben gezeten, heeft hoe dan ook effect. Van de ex-gedetineerden die het programma helemaal afmaken gedurende een periode van zo’n veertien maanden, gaat 35 procent weer op het slechte pad. Dat is duidelijk minder dan het gemiddelde recidivecijfer.”
Kern van het hulptraject is dat de ex-gevangenen, die bij Ontmoeting geen alcohol en drugs mogen gebruiken, leren om een normaal bestaan op te bouwen. Dat gebeurt onder meer door het bieden van werk en begeleiding bij wonen. „Vanuit de drive van ons christelijk geloof.”
Trots
Van essentieel belang is dat een ex-gedetineerde bij terugkeer in de samenleving kan terugvallen op familie en bekenden die een oogje in het zeil houden. „De eerste maand dat iemand weer op eigen benen staat, is cruciaal”, zegt Dingemanse. „Kan iemand op zichzelf wonen en op een goede manier met onzekerheden omgaan? Of vervalt zo’n persoon weer in zijn oude leventje?”
Het doet de regiomanager deugd als ex-gevangenen bij Stichting Ontmoeting weer „opbloeien” en „gevoel van eigenwaarde” krijgen. „Pas kwam een bewoner met een big smile bij mij op de kamer. Hij had een baantje gevonden bij de kringloopwinkel. Voor het werk op de wagen moest hij een reflecterend pak dragen. Andere mensen zullen zeggen: Nou en? Voor hem was het een soort statussymbool. Pas kwam hier een jongen die we twee jaar geleden nog hadden weggestuurd wegens wangedrag. Hij vertelde trots dat het goed gaat en dat hij een huisje en werk heeft.”