Kustwacht VS entert Egyptische tanker
De Amerikaanse kustwacht is dinsdagnacht in de haven van New York aan boord gegaan van de Egyptische tanker Aldawha en heeft de leiding van het schip overgenomen. Kort na de actie werden enkele Iraakse bemanningsleden van boord gehaald.
Kustwacht-woordvoerder Bill Barry wilde alleen zeggen dat de kustwacht deze actie „noodzakelijk achtte in verband met de huidige oorlog in Irak.” Verder wilde hij geen details kwijt. Volgens veiligheidsdeskundigen is het betrekkelijk eenvoudig om een volgeladen olietanker in de haven van New York -de oorspronkelijke bestemming van de Aldawha- aan te leggen en vervolgens in brand te steken.
Dat zou ernstige gevolgen kunnen hebben voor omliggende olieopslagplaatsen of voor andere tankers. Volgens Barry is het in het kader van de verscherpte veiligheidsmaatregelen sinds de septemberaanslagen van 2001 „normaal” dat de kustwacht voor controles aan boord gaat van tankers. Het is voorzover bekend echter de eerste keer dat ze de leiding van een tanker overneemt.
De Aldawha is eigendom van de Egyptische maatschappij Arab Maritime Petroleum Transport Company en vaart onder de vlag van Qatar. De tanker wordt momenteel gelost bij de Eagle Point-raffinaderij van El Paso in New Jersey. De kapitein van de tanker was niet bereikbaar voor commentaar, evenmin als de Egyptische eigenaar en de maatschappij El Paso. De kustwacht ontkent intussen dat zij het momenteel extra gemunt heeft op tankers uit het Midden-Oosten.
In het kader van de verhoogde paraatheid die sinds het begin van de oorlog in Irak is afgekondigd, heeft het ministerie voor Binnenlandse Veiligheid het vliegverkeer in het luchtruim boven Washington en New York beperkt. Bovendien werden daar de patrouilles hervat die ook plaatsvonden na de aanslagen in 2001. „Er zijn voortdurend bedreigingen voor de twee steden die in 2001 getroffen werden. Wij willen niets aan het toeval overlaten”, aldus woordvoerder Dean Boyd van het ministerie.