Er zijn twee dingen nodig, opdat een zondaar komt en de verdienste van de Zaligmaker krijgt. In de eerste plaats een bekwaammaking van de ziel voor Christus. In de tweede plaats een inplanting van de ziel in Christus. Het is waar dat er een oneindige verdienste in Christus is. Als de ziel echter niet bekwaam is gemaakt om door de hand van het geloof Christus aan te grijpen, zal zij nooit troost van Hem krijgen. Daarom was Johannes de Doper gezonden om de weg te bereiden, opdat al de bergen van hoogmoed geslecht zouden worden. Al wat krom is, moest recht worden, opdat er een weg voor Christus gemaakt zou worden. Het hart van de mens is de hoge weg waarin Christus komt. Er zijn bergen van hoogmoed en veel schuldhoeken. Er zijn ook bedenkingen die het hart heeft vanwege de vele lusten die er zijn. Dus is deze voorbereiding niets anders dan het wegnemen van de hardheid van het hart en van de hoogmoed en van alle verdorvenheden. Dat gebeurt opdat de deur opengezet wordt en het hart gereed is, opdat de Koning der heerlijkheid inkomt.Thomas Hooker, predikant te Newton (New England)

(”De ware zielsvernedering”, 1678)