De christelijke gereformeerde predikant van Driebergen sprak zaterdag tijdens een ontmoetingsdag van Bewaar het Pand in Werkendam. Het thema van de dag was: ”De gelijkenis van de Zaaier”.Ds. Van der Meij sprak naar aanleiding van Mattheüs 13 over het zaad dat op steenachtige plaatsen gezaaid werd. Hij zei dat daarmee oppervlakkige christenen bedoeld worden. „Ze hebben een snelle en flitsende bekering. Mensen kunnen door het Woord van God geraakt zijn in hun gevoelsleven en heel enthousiast zijn. Het kan dat het Woord niet verder komt dan de bovenlaag en niet doordringt in het hart, dat niet verbrijzeld wordt. De oude mens is niet getroffen door het zwaard van de Geest en zulke mensen kennen Christus niet. Het ging ook allemaal zo vlug.”

Ds. Van der Meij zei dat in tijden van verdrukking blijkt of het geloof echt is, net zoals bij schepen die geen lading hebben. Ze zeilen wel snel bij mooi weer, maar in de storm houden ze het niet. In dat verband deed hij zijn uitspraak over de toekomst van het christendom in Nederland. De predikant stelde dat de uitspraak van de Hoge Raad dat de SGP vrouwen op de lijst moet zetten, direct te maken heeft met godsdienstvrijheid. „Welke vrijheid blijft er straks over voor christenen in ons land? Wordt het verdrukking? Zullen Gods rechten plaats moeten maken voor de individuele rechten van de mens? Ik denk dat het allemaal niet mee zal vallen.”

De predikant vervolgde: „Als christenen de aansluiting op de Levensbron hebben, dan zal dat in de toekomst duidelijk worden. Als het niet zo is, staat straks de wagen stil. Wanneer verdrukking en vervolging komen, worden de tijdgelovigen terstond geërgerd. Wie op steenachtige plaatsen gezaaid zijn, haken af, net zo snel en flitsend als ze tot geloof gekomen zijn.”

Emeritus predikant ds. M. Vlietstra sprak over het zaad dat bij de weg viel en dat de vogels opaten. Het gaat om mensen die geestelijk oppervlakkig leven, zei hij. „Ze hebben geen wezenlijke belangstelling voor het Evangelie. Hun kerkgang is een gewoonte. Ze verwachten er niets van. Ze hopen dat de preek niet te lang duurt en ze liggen daar niet wakker van.”

Deze mensen blijven onbewogen, aldus ds. Vlietstra, zowel onder de liefelijkste beloften als onder de ernstigste bedreigingen. Het feit dat ze geen gehoor geven aan het Woord is echter geen gevolg van het niet uitverkoren zijn. „We hebben toch te komen als God roept? Dan moeten we niet redeneren. We kunnen pas zinvol spreken over de inwendige roeping als we aan Gods roeping door Zijn Woord gehoor hebben mogen geven.”

Ds. J. M. J. Kieviet uit Dordrecht sprak ’s middags over het zaad in de dorens. Hij zei dat de dorens, de zondigheid, de eerstgeboren kinderen zijn op de akker van het leven. Het is nodig dat de scherpe ploeg van de wet de wortels van de dorens blootlegt. „De zonde moet aangewezen worden.”

Hij noemde drukte, rijkdom en genoegens als grote verleidingen en spaarde daarbij zichzelf niet. „Het kan zelfs op de preekstoel gebeuren dat er allerlei dingen door je hoofd flitsen.”

Huis, auto, bankrekening en aandelen mogen niet de plaats innemen die God toekomt, stelde ds. Kieviet. Genoegens kunnen mensen in een wurggreep houden en alle tijd, energie en geld opslokken.

Ds. A. Hoekman uit Rotterdam-Kralingen sprak over het goede zaad. De goede hoorders gaan het Woord gaan verstaan, aannemen en bewaren. Een belangrijke vrucht van het geloof is om grote gedachten van God te hebben en kleine van zichzelf. „Het gaat erom dat God de eer ontvangt.”