Waterschap moet blijven bestaan
Waterschappen kunnen niet verdwijnen, stellen Frank Goossensen en Harm Albert Zanting in reactie op bezuinigingsvoorstellen.
De overheid moet flink bezuinigen. Daarbij kijkt ze ook naar de rol van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Hebben we echt zo veel bestuurslagen nodig? Er gaan geluiden op om de waterschappen –als onzichtbaarste bestuurslaag– te schrappen. Dat lijkt ons een slecht idee. We hebben hun deskundigheid hard nodig om ons land veilig te houden.Er ligt een enorme opgave in Nederland op het gebied van water. De eerste opgave is het op orde houden van het watersysteem dat we hebben. De Amerikanen en de Chinezen komen naar Nederland om de Deltawerken te bewonderen. Maar het allermooiste kunstwerk is eigenlijk het fijnmazige waterbeheer; een ingenieus netwerk van dijken, sloten, kanalen, gemalen, stuwen en zuiveringsinstallaties, dat het overtollige water afvoert, water voor natuur en landbouw regelt en de waterkwaliteit op orde houdt. Dit systeem is voor de gewone burger vrijwel onzichtbaar. Honderden professionals van de waterschappen en Rijkswaterstaat bedienen en onderhouden dit dagelijks voor ons allemaal.
De tweede opgave bestaat uit de grote investeringen die nodig zijn om Nederland ook op orde te houden. Dijken en duinen worden versterkt. Ze voldoen namelijk niet allemaal aan de normen. Daarbij gaat het meestal om grote projecten met investeringen van tientallen tot honderden miljoenen euro’s. Dat is het geld meer dan waard als wij rekenen hoeveel mensen achter die waterkeringen wonen en hoeveel geïnvesteerd vermogen dat beschermt.
Vroeger was dat rechttoe rechtaan ingenieurswerk. Zo eenvoudig is het allang niet meer. Waterbouwkundige werken hebben een flinke invloed op de omgeving. Soms moeten mensen en bedrijven verdwijnen en is er invloed op de natuur en de lokale economie.
Kortom; er moet met veel belangen rekening worden gehouden. Veel instanties en belangenorganisaties spelen een rol. Om in die complexe omstandigheden goede en betaalbare projecten uit te voeren, is een deskundige en uitvoeringsgerichte initiatiefnemer noodzakelijker dan ooit. Adviesbureaus en aannemers kunnen veel, maar een opdrachtgever met de autoriteit om keuzes te maken en de doelmatigheid te bewaken is hard nodig. Met alles wat er op waterschappen en Rijkswaterstaat is aan te merken, zijn zij in Nederland dé instanties die in staat zijn om deze rol te vervullen. Het gaat erg lang –te lang– duren voordat provincies en gemeenten daar toe in staat zijn. Een relatief geringe bezuiniging op het samenvoegen van overheden weegt niet op tegen het verlies aan professionaliteit. Bovendien moet het werk nog steeds gebeuren. Voordat deze organisaties gereorganiseerd zijn, is die 25 miljoen allang verdampt.
We moeten vooral krachtig doorgaan om aansprekende Nederlandse voorbeelden te realiseren die getuigen van duurzame veiligheid. Een hoogontwikkeld deltagebied als Nederland vraagt om krachtige organisaties die, in alle rust en in de luwte, continu bouwen aan een essentiële bestaansvoorwaarde van ons kwetsbare land.
Frank Goossensen is directeur water bij advies- en ingenieursorganisatie Arcadis en Harm Albert Zanting is directeur delta’s en rivieren bij Arcadis.