Binnenland

Het einde van een preek zonder woorden

Hij heet Koster en is koster. Zondagavond zag Richard Koster zijn kerk, woning en persoonlijke eigendommen in vlammen opgaan. Een dag na de tragische brand maakt de Haarlemmer de balans op. „Ik ben alles kwijt. Op twee dingen na: wat kleren en het trouwalbum.” Toch vindt Koster dat allemaal het ergste niet. „Dat er drie brandweermannen zijn omgekomen, daar zijn geen woorden voor.”

Evert van Dijkhuizen
25 March 2003 12:25Gewijzigd op 14 November 2020 00:13
HAARLEM - Koster Richard Koster wordt bijgestaan door zijn echtgenote. „De glas-in-loodramen bevatten afbeeldingen van engelen. Zondagavond zag ik de vlammen erachter oplaaien. Dan gaat er heel wat door je heen.” - Foto Paul Dijkstra
HAARLEM - Koster Richard Koster wordt bijgestaan door zijn echtgenote. „De glas-in-loodramen bevatten afbeeldingen van engelen. Zondagavond zag ik de vlammen erachter oplaaien. Dan gaat er heel wat door je heen.” - Foto Paul Dijkstra

De kathedraal. Zo werd de monumentale Koningkerk in de Haarlemse Patrimoniumbuurt genoemd. Hoog torende het godshuis uit de jaren twintig boven de huizen uit. „Iedereen in de buurt hield van deze kerk”, zegt de 33-jarige Koster. „Het gebouw was beeldbepalend. En dat niet alleen; het zat vol symboliek. De kerk was een preek zonder woorden. Neem de glas-in-loodramen. Die bevatten afbeeldingen van engelen. Zondagavond zag ik de vlammen erachter oplaaien. Dan gaat er heel wat door je heen.”

Zondagavond rond een uur of halfnegen rook Koster een vreemde lucht in huis. „Ik ging op onderzoek uit. Misschien een pannetje op het vuur blijven staan, of een koffiezetapparaat vergeten uit te zetten, dacht ik.” Terwijl Koster speurde, ging de voordeurbel. „Een voorbijganger vroeg of ik wel wist dat de kerk in brand stond. Ik ben direct binnendoor naar de kerkzaal gegaan. Toen ik de deur opendeed, zag ik niets meer. De kerk stond vol rook.”

Koster belde onmiddellijk 1-1-2, dirigeerde zijn vrouw met drie maanden oude baby naar buiten, sloot de hoofdleiding van het gas en de elektriciteit af en graaide nog snel een paar dingen mee: wat kleren en het trouwalbum. Daarna moest hij zelf wegwezen; de vlammen naderden zijn huis. Machteloos moest de koster toezien hoe kerk en woning in de as werden gelegd, hoewel dat tachtig brandweermannen vochten tegen het oprukkende vuur.

Koster wil niet treuren om hout en steen, toch raakt het verlies van het kerkgebouw hem diep. „Het was voor onze gemeente zo’n mooi godshuis. Vrijwilligers hebben er honderden uren in gewerkt om het op te knappen. We hadden een prachtig jeugdhonk, waar met jongeren vele goede gesprekken over het geloof zijn gevoerd. Voor de zondagsschool was net een nieuwe ruimte ingericht. Dat is allemaal weg.”

Vele malen erger vindt Koster de dood van de drie brandweermannen als gevolg van een muur die instortte. „Ze streden voor het behoud van onze kerk en hebben daar letterlijk hun leven voor gegeven. Eén brandweerman was vader van drie jonge kinderen, hoorde ik. Diep tragisch dat die kinderen zonder vader achterblijven.”

Zondagochtend hadden de kerkgangers, behorend tot de evangelische gemeente Zuiderkapel, nog een bijzondere samenkomst. „Er werden drie volwassenen gedoopt”, vertelt Koster. „Het was een heerlijke dienst. Iemand merkte op: Het was een stukje hemel op aarde. Na de brand kwam hij naar me toe en stamelde: Dat de hemel op dezelfde dag in een hel kan veranderen.”

Het meeleven vanuit de gemeente en de buurt is groot. „We worden constant gebeld door mensen die willen helpen”, aldus Koster. Hij laat een briefje zien. „Iemand biedt babyspullen aan: vier pakken luiers, een badje en nog veel meer. Zo gaat het de hele dag door. Iedereen leeft mee. Sommigen doen dat met krachttermen die ik niet zou gebruiken, maar ze bedoelen het goed.”

Veel tijd om te treuren krijgt Koster niet. „We moeten woonruimte regelen, de noodzakelijke spullen aanschaffen en een ander onderkomen zoeken voor de gemeente. Aanstaande zondag houden we huiskringen, maar daarna willen we toch graag weer met de hele gemeente samenkomen. Misschien dat een van de kerken in Haarlem haar gebouw op een afwijkende tijd, bijvoorbeeld ’s middags om één uur, wil afstaan.”

Het is voor Koster „zo goed als zeker” dat de brand is aangestoken. „Een raam boven een van de toegangsdeuren was ingeslagen. Waarschijnlijk is er iets brandbaars naar binnen gegooid. Onze kerk is vaker het doelwit van vandalisme geweest. Er is diverse keren ingebroken en de ruiten werden geregeld vernield.”

Koster is enkele jaren geleden zelf getrouwd in de Koningkerk. Hij laat foto’s uit het trouwalbum zien om een indruk te geven van het godshuis. Zijn vrouw kijkt mee en zegt: „We hebben zondag een prachtige laatste dienst gehad.” Koster: „Laatste dienst? In dit gebouw dan. Christus gaat door met Zijn werk. En we bidden of we ons werk, dat we in Christus’ naam deden, op een andere plaats mogen voortzetten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer