Het 45-jarige slachtoffer werd op 6 april 2007 op beestachtige wijze om het leven gebracht in de echtelijke woning aan de Strausslaan in Tilburg. Ze was met een keukenmes negen keer in de rug gestoken. Haar echtgenoot werd diezelfde avond nog gearresteerd, maar verklaarde onschuldig te zijn. Terugkerend van een fietstochtje zou hij zijn vrouw badend in het bloed hebben aangetroffen. Het Openbaar Ministerie eiste zowel bij de rechtbank als in hoger beroep vijftien jaar tegen de Tilburger.Het gerechtshof stelt vast dat de man na de dood van zijn vrouw leugenachtige verklaringen heeft afgelegd, onder meer over een bloedveeg die op zijn been werd aangetroffen. Rond het lijk zijn geen andere schoensporen aangetroffen dan die van de slippers van A., er waren geen braaksporen en de voordeur zat op slot toen de politie arriveerde. Het OM concludeert hieruit dat A. de moordenaar moet zijn geweest.

Maar volgens het hof valt een door de advocaat geschetst scenario niet uit te sluiten. Dat komt erop neer dat een onbekende dader door het slachtoffer zelf is binnengelaten, heeft voldaan aan haar verzoek om in de hal zijn schoenen te verwisselen voor slippers, en haar heeft gedood alvorens de woning via de achterzijde te verlaten.