Binnenland

Opmars door Oost-Nederland

Het zuiden van Nederland was in september en oktober 1944 bevrijd, maar voor het noorden volgde door het mislukken van de Slag om Arnhem nog een lange, bange winter onder de Duitse knoet. Vijfenzestig jaar geleden begon de bevrijding van Oost-Nederland, waar de bezetters in drie weken tijd werden verdreven.

L. Vogelaar
30 March 2010 08:47Gewijzigd op 14 November 2020 10:13
TWENTE – Geallieerde militairen die Oost-Nederland binnengedrongen zijn, brengen Duitse krijgsgevangenen op. Maandag was het 65 jaar geleden dat de bevrijding van Nederland ten noorden van de grote rivieren begon. Foto Beeldbank WO II
TWENTE – Geallieerde militairen die Oost-Nederland binnengedrongen zijn, brengen Duitse krijgsgevangenen op. Maandag was het 65 jaar geleden dat de bevrijding van Nederland ten noorden van de grote rivieren begon. Foto Beeldbank WO II

Nadat het Ardennenoffensief van de Duitsers in de weken rond de jaarwisseling voor extra vertraging had gezorgd, kwam het front pas op 8 februari 1945 weer in beweging: de bevrijders begonnen Operatie Veritable. De geallieerde bevelhebber Montgomery wilde de overgangen over de Rijn in handen krijgen, het Ruhrgebied omsingelen en over de Noord-Duitse Laagvlakte oprukken naar Berlijn.Op 7 maart slaagden de Amerikanen erin de Rijn over te steken via de slecht verdedigde spoorbrug van Remagen. Daarmee staken ze de Britten en de Canadezen de loef af, die pas op 23 maart op de oostelijke Rijnoever terechtkwamen.

Terwijl de geallieerden zich een weg naar het oosten baanden, boog een deel van hen af naar het noordwesten: op 29 maart begon de bevrijding van Oost-Nederland, toen de Britten de Achterhoek binnentrokken. De bezetters hadden niet op een aanval vanuit Duitsland gerekend. Ze verwachtten –en Montgomery was dat ook lange tijd van plan– een nieuwe poging om via de Arnhemse Rijnbrug naar het noorden en naar Duitsland op te rukken. Grote groepen Nederlanders waren gedwongen versterkingen aan te leggen. Die linies waren echter niet naar het oosten gericht.

Nu werden de Duitsers in de flank aangevallen. Britse tankeenheden van het 30e Corps waren de eersten die de grens overschreden. En Megchelen was de eerste Oost-Gelderse plaats die werd bevrijd.

Snel rukten de Britten op naar het noordoosten. Bij Aalten, waar de Duitsers tegenstand boden, kregen de bevrijders hulp van het Nederlandse verzet. Op eerste paasdag –1 april– begon de verovering van Twente.

Ondertussen hadden de Canadezen eerst bij Emmerich een overgang over de Rijn moeten forceren en de Duitsers van de Elterberg moeten verdrijven voordat ze Nederland konden binnendringen en aan hun opmars door Graafschap en Liemers konden beginnen. Ook Polen namen deel aan de strijd.

In enkele dagen tijd werden tientallen dorpen bevrijd, maar in Doesburg, Doetinchem en Zutphen hielden de Duitsers nog stand. Ze gaven Nederland na vijf jaar zomaar niet prijs: om de geallieerde opmars te vertragen, wierpen ze wegversperringen op, legden mijnen in de wegbermen en bliezen de bruggen over de IJssel, de Berkel en de Twentse waterlopen op.

Na de bevrijding van de Achterhoek en Twente staken de geallieerden op 11 april bij Gorssel de IJssel over (Operatie Canonshot). Dat was het startsein om ook de aanval op Arnhem te openen, nadat de in september 1944 zwaargeteisterde stad opnieuw een verwoestende beschieting te verduren had gekregen. In anderhalve week tijd verjoegen de bevrijders de Duitsers van de Veluwe en uit de Gelderse Vallei.

Ondertussen waren de Canadezen op 5 april vanuit Duitsland Drenthe binnengevallen.

De veroveringstocht duurde tot 22 april, toen de Duitsers West-Nederland onder water dreigden te zetten. „In westelijk Holland zal het leger momenteel niet verder opereren dan de bereikte linie ten oosten van Amersfoort”, besloot Montgomery. Twee weken lag de strijd stil, terwijl de beide partijen onderhandelden over een wapenstilstand en over de voedselvoorziening van het gebied dat nog in Duitse handen was. Daar was de nood hoog gestegen.

Dit is het eerste deel in een serie over de bevrijding van Nederland, 65 jaar geleden. Volgende keer: Doetinchem.


Feiten rond laatste dagen WO II

De internationale oorlogssituatie rond 30 maart 1945:
26 MAART: Het Japanse eiland Iwo Jima is gezuiverd van Japanse militairen. De verovering kost 7000 Amerikanen en 21.800 Japanners het leven. Amerika kan zich nu opmaken voor een aanval op het eiland Okinawa, die enkele dagen later zal plaatsvinden. Okinawa wordt gezien als de laatste springplank naar het vasteland van Japan.

27 MAART: Argentinië verklaart Duitsland en Japan de oorlog. Officieel is het land tijdens de Tweede Wereldoorlog neutraal, maar het stelt zich pro-Duits op.

27 MAART: De laatste V2-raket komt neer op Londen. De Engelse hoofdstad wordt tijdens de oorlog talrijke keren getroffen door de raketten. Ook de Belgische havenstad Antwerpen is het doelwit van de V2’s. In totaal schieten de Duitsers 3700 V2’s af.

30 MAART: De oprukkende Sovjettroepen steken de grens tussen Hongarije en Oostenrijk over. Het Rode Leger verovert in februari na een bloedige slag Boedapest en staat nu klaar voor een aanval op de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Die slag, die duurt van 2 tot 13 april, eist duizenden levens.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer