Van roeping naar baan
Luther en Calvijn durfden als het over arbeid ging over een goddelijk beroep te spreken. En onze belijdenis neemt dat over. Op goede gronden overigens.
Vanuit de Reformatie is ons een eigen visie op arbeid meegegeven. Arbeid is daarin meer dan alleen maar een middel om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.Het is ook een brede opdracht, iets dat zinvol is in zichzelf en nuttig om ook iets voor anderen te kunnen betekenen. Arbeid staat daarmee voluit in het centrum van het grote christelijke kader van het dienen.
Christenen hebben een arbeidsethos waarin er sprake is van een plicht tot werken.
Actief
Maar hoe kom je nu in de praktijk van roeping naar baan? Natuurlijk mag daar van degene die een baan zoekt een actieve houding in worden gevraagd.
Nu de economie weer wat aantrekt –kijk maar naar het toenemende aantal advertenties waarin personeel wordt gevraagd– lijkt het misschien dat dit niet zo veel problemen zal geven. De schoorsteen rookt weer en dan zijn er toch mensen nodig?
Ja dat is wel waar, maar het herstel is nog pril. Het Centraal Planbureau heeft onlangs de zogenaamde Macro Economische Verkenning uitgebracht, waarin dat nog weer eens benadrukt wordt. En wat ook opvalt is dat terwijl de economie al weer wat aantrekt de werkloosheid toch naar verwachting dit jaar nog steeds zal oplopen. Heb er dus begrip voor dat, juist als het gaat over arbeid, alle leed nog niet geleden is.
Schommeling
Nu zijn alle economieën onderhevig aan conjunctuurschommelingen. Toch doet de ene het veel beter dan de andere als het gaat om het behoud van het aantal banen.
En eerlijk is eerlijk, Nederland doet het in vergelijking met andere landen echt niet slecht.
De vraag is hoe dit komt. Zit dat in het christelijke arbeidsethos, dat onderhuids nog breed in de samenleving verankerd is?
Dat lijkt me niet de oorzaak. Is het anders denken over het arbeidsmarktbeleid dan een factor? Misschien.
In het denken over de arbeidsmarkt is de laatste jaren een omslag gekomen. De nadruk ligt niet langer op inkomensbescherming, maar op arbeidsactivering. Het accent ligt meer op werk dan op inkomen.
De balans verschoof van de rechten naar de plichten. Men hamert meer op voorzorg dan op uitkeringen en nazorg. Men probeert datgene wat mensen (nog) kunnen te versterken en hen door scholing et cetera aantrekkelijker te maken voor de arbeidsmarkt.
Zelfde baan
Daarbij hoef je niet zo nodig altijd maar in dezelfde baan te blijven. Je mag gerust switchen, als je maar aan het werk kunt blijven. Flexibiliteit is het kernwoord, meer dan continuïteit.
Ik denk dat deze richtingskeuze principieel gezien een goede is geweest. Maar is het relatief goede rapportcijfer van de Nederlandse economie nu ook aan dit nieuwe beleid te danken? Ondanks de grote economische crisis is de werkloosheid slechts met 1,6 procentpunt opgelopen (van 3,9 naar 5,6 procent).
Wie kijkt wat er is gebeurd, ziet dat de toenemende werkloosheid vooral haar impact heeft gehad op zzp’ers, op arbeidsmigranten die daarom maar zijn teruggekeerd, en op marginale groepen, zoals flexwerkers en jongeren, die besloten om nog maar even door te leren. Daarnaast zijn dankzij de deeltijd-WW waarschijnlijk enkele tienduizenden banen behouden gebleven.
Daarmee lijkt het erop dat maatregelen gericht op baanbehoud en overbrugging van een moeilijke periode (via deeltijd-WW) de afgelopen tijd een belangrijke rol hebben gespeeld.
En dat is maar gelukkig ook. Want in een economische recessie is het vaak overal tegelijk ongunstig weer. Mensen mobiel maken zodat ze gemakkelijker van de ene naar de andere job kunnen hoppen, helpt dan niet veel.
Ook de ommekeer in het sociale zekerheidsbeleid heeft volgens de Amsterdamse arbeidseconoom De Beer nog niet zo veel effect gesorteerd.
Geen antwoord
Daaruit moet niet de conclusie worden getrokken dat de genomen maatregelen niet goed zijn. Ze zijn wel goed, maar ze vormden niet het antwoord op het probleem van een economische recessie. Er werden de afgelopen tijd wat ad-hocmaatregelen genomen, die eigenlijk niet helemaal pasten in de nieuwe filosofie. Maar achteraf kunnen we zeggen dat deze maatregelen waarschijnlijk wel goed hebben gewerkt om de gevolgen van de economische crisis te beperken.
In een recessie mag je gerust inzetten op baanbehoud, en dat moeten we een volgende keer weer doen. Maar er is ook nog iets anders aan de gang: de internationalisering en globalisering. Dat brengt dynamiek, structurele aanpassing in economieën en fluctuaties in bedrijfsactiviteiten mee.
Zorg
Investeren in mensen en hun inzetbaarheid (employability) is dan belangrijk. Dat laatste is het sterke punt van de nieuwe beleidsbenadering en is daarom blijvend nodig. Verschillende uitdagingen vragen immers een verschillend antwoord.
Het doel blijft echter hetzelfde: de zorg voor voldoende en steeds weer nieuwe banen, zodat mensen hun roeping op het terrein van het economisch leven gestalte kunnen geven.
De auteur is universitair docent aan Wageningen Universiteit.