Kerk & religie

„Deze tijd vraagt om opvoeden in gebondenheid”

Als er een tijd is die vraagt om opvoeden in gebondenheid, dan is het onze tijd wel, vindt dr. L. D. van Klinken.

Kerkredactie
26 March 2010 08:27Gewijzigd op 14 November 2020 10:11
Dr. van Klinken tijdens zijn promotie. Foto RD
Dr. van Klinken tijdens zijn promotie. Foto RD

De aan het Ds. G. H. Kerstenonderwijscentrum in Veenendaal verbonden onderwijskundige sprak donderdag in Utrecht voor de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi (DC). Het thema was: ”Ruimte en regels in de opvoeding.”Dr. Van Klinken maakte duidelijk dat de bevindelijk gereformeerden ook wat de opvoeding betreft dichter bij de Nadere Reformatie staan dan bij het neocalvinisme. Hij constateert bij de ”piëtistische pedagogiek” (Koelman en Wittewrongel) grote nadruk op het aspect gehoorzaamheid. Dat had te maken met de visie van deze opvoeders/predikanten dat de mens van nature onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. De inleider merkte op dat pedagogen uit deze school soms, onder invloed van het humanisme, toch optimistisch waren over de opvoeding.

De neogereformeerden (Bavinck en Waterink) hadden, aldus dr. Van Klinken, naast de gehoorzaamheid, meer oog voor de vrijheid, vooral bij het ouder worden van de kinderen.

Als pedagogen van de huidige bevindelijk gereformeerden noemde de onderwijskundige de namen van B. Florijn, oud-docent aan de Driestar, en de predikanten M. Golverdingen en C. J. Meeuse. Florijn en ds. Meeuse kenschetste hij door hun nadruk op gehoorzaamheid. „Gezag, tucht en straf zijn voor Meeuse de pijlers van de opvoeding.”. Hij citeerde hem als volgt: „Zonder gezag is eigenlijk geen opvoeding mogelijk, het gaat om het je laten gezeggen.” Ook Florijn kiest voor gehoorzaamheid. „Opvoeding zal nooit gaan zonder frustratie, zonder de kinderen te belemmeren in hun behoeftebevrediging”, schreef deze in zijn ”Opstellen over de christelijke opvoeding”.

Over ds. Golverdingen zei dr. Van Klinken dat hij „meer oog heeft voor het staan in deze maatschappij en op dit punt beïnvloed lijkt door Abraham Kuyper en wellicht door Van Ruler. Daarnaast heeft hij er oog voor dat door de sterk toegenomen maatschappelijke participatie van de bevindelijk gereformeerden als gevolg van de stijging van het opleidingsniveau de vraag naar het waartoe van het maatschappelijk engagement onontkoombaar was.”

De pedagoog zelf koos duidelijk voor opvoeden in gebondenheid, zo kwam naar voren tijdens de vragenbespreking. „Als er een tijd is die vraagt om opvoeden in gebondenheid dan is het onze tijd wel. Juist in deze tijd ontvangen de kinderen dat echter het minst. Gebondenheid is dat een kind om negen uur ’s avonds naar bed moet, maar ook dat zijn ouders er voor hem zijn en dat ze hun kind niet naar de crèche doen. Dat verschijnsel sijpelt ook in onze gezindte door, maar het doet de gezinnen geen goed.”

Dr. Van Klinken wees op de begrippen regelmaat, rust en reinheid die zorgen voor structuur. „Er is geen structuur en gebondenheid in de maatschappij. Daarom gaan er zo veel dingen fout. Met die maatschappij hebben wij ook te maken. Kinderen hebben tucht nodig en eigenlijk willen ze dat ook, al stribbelen ze tegen.”

Hij keerde zich tegen de gedachte dat kinderen in vrijheid moeten worden opgevoed, zodat ze zelf kunnen kiezen. „Dat is een individualistische gedachte: „Ik mijn waarheid en jij jouw waarheid.” Zo is het niet, want er is maar één waarheid en dat is de waarheid van Gods Woord. Ik heb bij de doop beloofd dat ik mijn kinderen naar Gods Woord zou opvoeden. De waarheid is een absoluut begrip. Dat is de steen des aanstoots tegenwoordig.”

Dr. Van Klinken noemde het beschamend dat veel reformatorische jongeren tijdens de jaarwisseling voor relletjes zorgen. „Het is een aanklacht tegen de bevindelijk gereformeerden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer