„Alleen de rijken krijgen lening”
In Senegal gaat het goed in de financiële sector, maar kleine en middelgrote ondernemingen (oftewel mkb-bedrijven), goed voor 90 procent van de industrie in het land, hebben nog steeds problemen om financiering te vinden. Krediet is flessenhals voor klein bedrijf in Senegal.
Om mkb-bedrijven in Senegal goed te laten draaien, is meer dan 600 miljard CFA-frank (ruim 900 miljoen euro) nodig, zegt Ibrahima Diouf, directeur bij het ministerie van MKB, Vrouwenondernemingen en Microfinanciering. Volgens Diouf worden veel kredietaanvragen geweigerd omdat de mkb-bedrijven niet vertrouwd zijn met financiële rapportering. Bovendien hebben de banken onvoldoende personeel dat de groeiprofielen van mkb-bedrijven kan analyseren en begrijpen. „Een klein beginnend bedrijf heeft niet dezelfde behoeften als een bedrijf in herstructurering.”Doordat veel ondernemers geen bankkrediet krijgen, gaan ze noodgedwongen lenen bij vrienden en familie, zegt Vincent Akué, consultant in Dakar. Meer dan de helft van de bedrijven wil lenen om te kunnen uitbreiden, stelt hij vast. Het gebrek aan krediet betekent dus „een belangrijke flessenhals” voor de ontwikkeling van bedrijven.
Aminata Ndione, lid van het Vrouwensyndicaat voor Visverwerking, zegt dat het gebrek aan financiering haar sector sterk vertraagt. „Als wij financiering aanvragen, nemen banken het zelfs niet in overweging. Dit jaar hebben we opnieuw een goed dossier samengesteld, maar het werd geweigerd, eenvoudigweg omdat ze ons niet vertrouwen. Terwijl de banken voortdurend in de media adverteren met krediet voor het mkb.”
Volgens Ndione krijgen enkel de rijken leningen in Senegal. „Als ik u zou vertellen dat we met vis elke maand miljoenen CFA-franken verdienen, dan zou u mij niet geloven. Gedroogde vis wordt naar Togo, Benin en Mali gestuurd. Maar we willen financiering om de oven te verbeteren zodat het roken en drogen van vis sneller verloopt en minder inspanning kost.”
Fatou Sankaré, penningmeester van de Vereniging van Graanverwerkende Vrouwen, vertelt een dergelijk verhaal. „Van het graan maken we een soort pasta, die we verkopen. We maken ook sap van hibiscus en gember. We doen het allemaal met de hand, terwijl er machines bestaan die dit kunnen doen. We vragen leningen aan, maar het haalt niets uit. Soms is de rente te hoog, andere keren is de aflossingstermijn te kort voor ons.”
Analfabetisme is een belangrijk obstakel voor groei, zegt ze. „Van alle vrouwen hier heeft bijna niemand een stevige kennis van financiële zaken. De regering zou trainingsessies moeten organiseren.”