Kerk & religie

De kerk als bondgenoot van de overheid

Bij wethouders van niet-confessionele partijen in de noordelijke provincies is sprake van een toenemende openheid voor de kerk, stelt bisschop De Korte van Groningen-Leeuwarden vast. „Ze zien de kerk als een bond­genoot, omdat zij kan komen op plaatsen waar de overheid niet komt.”

Kerkredactie
24 March 2010 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 10:10

De Korte zei dat tijdens het symposium ”Kansen voor kerken”, dinsdag in het Academiegebouw in Utrecht. De bijeenkomst was georganiseerd door de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk (VKB). Er waren ook vertegenwoordigers van de Oud-Katholieke Kerk, doopsgezinden, remonstranten en de pinkstergemeenten.Vrijwel algemeen gedragen werd de conclusie dat de kerken zich bewust moeten zijn van hun veranderende positie ten opzichte van samenleving en overheid. De aanwezige kerkleiders spraken af zich te buigen over een gezamenlijk standpunt tegenover de formateur tijdens de komende kabinetsformatie.

Mr. P. A. de Lange, voorzitter van de VKB, reikte het boekje ”Kansen voor kerken” uit aan vertegenwoordigers van diverse kerken. D. G. Bijl nam afscheid als voorzitter van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving (ICG). Zijn opvolger is drs. Emile Duijsens, econoom van het bisdom Haarlem.

Bisschop De Korte, die deel uitmaakte van een forum, noemde het positief dat wethouders van niet-confessionele partijen belangstelling hebben voor de kerk. Hij wees op de „voortdurende incidenten” van de laatste tijd, waardoor zijn kerk op een negatieve manier in het nieuws komt. De kerk is echter wezenlijk, zo betoogde hij, omdat daar het Evangelie wordt verkondigd en omdat een mens niet in zijn eentje christen kan zijn.

In een video-interview spraken verschillende politici zich uit over de rol van de kerk in de maatschappij. SGP-leider Van der Vlies merkte op dat de kerk met het Evangelie de goede boodschap voor de samenleving heeft. Hij wees ook op de rol die de kerk kan spelen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).

PVV-leider Wilders riep de kerken op om –met hem– veel duidelijker stelling te nemen tegen de islam. Deze religie is een „vreemde eend in de bijt” van de Nederlandse cultuur, stelde hij.

Dr. A. P. J. Bernts, directeur van Kaski, onderzoeksinstituut naar religie, ziet de kansen voor de kerk in een verbreding. Hij gaf aan dat er naast de trouwe kerkgangers een grote groep religieuze Nederlanders is: mensen die met zingeving bezig zijn maar niet naar de kerk gaan. Die groep moet de kerk bereiken, vindt hij. Ongeveer de helft van de aanwezige kerkrentmeesters was het eens met zijn stelling: „De kerken zijn in staat om op vragen van ”nieuwe spirituelen” en randkerkelijken een passend antwoord te ontwikkelen.”

Ds. P. L. R. van der Spoel, missionair predikant in Amersfoort, is helemaal niet zo negatief over kleinere kerken. „De kleine kerk is een zegen”, stelde hij.

Ds. Van der Spoel is sinds 2006 als parttimepredikant verbonden aan Kruispunt, een samenwerkingsgemeente in Amersfoort-Vathorst. De gemeente is in drie jaar tijd van 300 naar 650 leden gegroeid en heeft besloten zich te splitsen om niet te groot te worden. „We zijn een orthodoxe club met een degelijk Evangelie”, aldus de predikant. „Er is een grote betrokkenheid op elkaar en op de wijk. De kerk moet een gemeenschap zijn. Dan zal God mensen toevoegen aan de gemeente.”

Dr. L. Hoeksema, managing director bij organisatiebureau Berenschot, vindt het tijd worden dat de kerk meer naar het bedrijfsleven kijkt en een levendiger bestuur krijgt. Een kleine meerderheid van de aanwezigen was het eens met zijn stelling: „De tijden dat het bedrijfsleven van de kerk leerde zijn voorbij. Het wordt nu tijd dat kerken het missionaire en op groei gerichte karakter weer van het bedrijfs­leven leren.”

Dr. A. J. Plaisier, scriba van het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland, ziet niets in managementtechnieken in de kerk. Hij vindt dat de kerk zich niet gek moet laten maken. „De ziener van Patmos was in een volstrekt kansloze omgeving en hij schreef over een deur die openstond. God opent deuren. Waar gewerkt wordt, gebeurt het en daar geeft God nieuwe kansen. Daarvoor moeten we de ogen open hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer