Ormel, Tweede Kamerlid voor het CDA, wil een andere aanpak. Vijf vragen aan Ormel, initiatiefnemer van een motie de dieren toch bij te voeren.Wat is er mis in natuurgebied Oostvaardersplassen?

„Er duiken beelden en berichten op van dieren die enorm lijden. Beelden van een verzwakt hert dat door de poten zakt en een stervend paard: het vormt echt maar het topje van de ijsberg. De herten en runderen lopen nu aan het einde van de winter op een modderige vlakte waar ze ook de bast al van de bomen hebben gegeten.”

Maar dat is toch zo afgesproken?

„Ze lijden allemaal honger. Dat was niet de afspraak. De overeenkomst was dat dieren niet onnodig zouden hoeven lijden. Maar ze worden veel te laat geëuthanaseerd.”

Volgens de laatste cijfers is de diersterfte deze strenge winter niet fors toegenomen.

„Die cijfers zeggen nog niks, want de grote sterfte zit doorgaans aan het einde van de winter.”

Wat wilt u dan?

„Laat deskundigen beoordelen of er nu een calamiteit is. Als dat zo is, moet je wat hooi of stro kunnen bijvoeren, zodat het maag-darmkanaal van de grazers goed kan blijven werken.

Maar als je A zegt, moet je ook B zeggen. Dus stop met dit experiment en de soortgelijke aanpak op de Veluwe. Je kunt hier de natuur niet haar werk laten doen; je moet het aantal reguleren. Wij mensen hebben de dieren daar uitgezet en het hek dichtgedaan en daardoor lijden de runderen nu honger in een afgesloten gebied, op de bodem van de Zuiderzee.”

Eind januari vonden een Kamermeerderheid en minister Verburg nog dat er nu geen reden is om in te grijpen. Ze wilen volgens afspraak pas in 2011 kijken of het beheer anders moet in de Oostvaardersplassen. Waarom toch nu dit debat?

„Dieren lijden nu. Het verbaast me enorm dat partijen die al vragen stellen als tijdens carnaval zebravinkjes worden losgelaten in een bar dit gewoon laten gebeuren.”