Dat heeft demissionair minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) dinsdag bekendgemaakt. Hij constateerde dat „veel gepresteerd” is door provincies en gemeenten in het wegwerken van de wachtlijst. Dat de wachtlijsten niet helemaal zijn weggewerkt, komt volgens hem doordat tegelijkertijd het beroep op de jeugdzorg sterker is gegroeid dan verwacht.Door de flink hogere vraag naar jeugdzorg zijn niet overal de wachtlijsten even goed weggewerkt. Dat geldt vooral voor de stadsregio Amsterdam en drie provincies, Gelderland, Noord–Brabant en Noord–Holland.

Rouvoet noemde het totaalbeeld mooi. Maar hij heeft „een dubbel gevoel” over het toenemend beroep op de jeugdzorg. Hij is blij dat kinderen en hun ouders blijkbaar de hulp beter weten te vinden, „maar ik zie natuurlijk liever dat er geen wachtlijsten zijn”.

Over enkele weken komt de ChristenUnie–bewindsman nog met een visie over hoe de jeugdzorg beter kan. Hij geeft al geruime tijd aan dat investeren in preventief beleid kan helpen om de wachtlijsten en groeiende vraag aan te pakken.

Volgens Rouvoet kloppen veel ouders en jongeren met een probleem aan dat in een vroeg stadium veel eenvoudiger op te lossen is door hulp thuis te bieden, zonder dat ze direct helemaal in de jeugdzorg terechtkomen. „We moeten voorkomen dat een opvoedvraag door lang wachten vanzelf kan uitgroeien tot een zorgvraag”.