„Bescheidenheid past ons. Iedereen lijkt te weten hoe alles precies zit en hoort. Ik bid voor zowel het Iraakse volk als voor Hussein, maar uiteraard ook voor de Verenigde Staten. Ik moet erbij zeggen dat ik in Bush niet alle vertrouwen heb. Maar zijn besluit is genomen in naam van een groot volk. Ik hoop dat er oprechte bedoelingen achter zitten. En dan bid ik ook dat de Amerikaanse, Britse en Australische troepen de overwinning behalen. Onze generatie heeft de oorlog niet gekend. Maar in kleinere kring, en niet het minst in de kerken, is vaak ook een strijd gaande. Dat is ontdekkend. Met mijn catechisanten heb ik afgelopen dagen over de oorlog gesproken. Toen kwam de wederkomst ter sprake: dan komt koning Jezus ons bevrijden. We moeten bereid zijn voor die dag.”

Ds. G. Gerritsen, oud gereformeerd predikant te Giessendam: „Het bijbelgedeelte over de zonde van koning David in verband met de volkstelling is steeds bij me. Ik zeg niet dat ik zeker weet dat ik daarover preek. Maar het is opmerkelijk dat David in de schuld moest komen voordat het oordeel afgewend kon worden. Ik ervaar het zo dat wij, net als in de tijd van Noach, vele jaren het oordeel hebben aangekondigd. Spot was het deel van de prediker. Direct of indirect zal ik de oorlog in het gebed noemen, in het licht van het bijzonder voorzienig beleid van de Heere. De kern van de preek zal zijn dat wij ons huis moeten bereiden. Ik zie de mogelijke economische neergang in verband met zo’n oorlog ook als een onderdeel van de vele oordelen die zich nu over Nederland uitstorten.”

Ds. H. J. W. Laseur, hervormd legerpredikant: „Morgen hoef ik niet te preken. Wel verzorgde ik een wijkavond waarop de problematiek van oorlog en vrede aan de orde kwam. Ik heb gebeden voor allen die in doodsangst zijn. Zelf merk ik de verscherpte veiligheidsmaatregelen en verhoogde paraatheid op kazernes én in een stad als Den Haag. Als ik morgen had moeten preken, zou ik een geheel op de situatie toegespitste preek hebben gehouden. Ik denk alleen al aan de tienduizenden christen-Iraki’s in de VS, die tot dezelfde God bidden als wij. Ik denk ook aan de vele duizenden Assyrische christenen in Irak zelf, en de christen-Koerden in Noord-Irak, die God bidden om bescherming in deze angstige dagen. Collega-predikanten mogen van mij, net als ik doe, bidden voor de val van het regime. Die man bracht tienduizenden, zo niet honderdduizenden landgenoten om het leven, omdat ze een andere geloofsovertuiging hadden, of volgens hem politiek niet deugden. Mag er dan alsjeblieft gebeden worden voor de militairen dat hun missie slaagt?”

Ds. A. B. van der Heiden, predikant van de gereformeerde gemeente te Oostkapelle: „Ik heb morgen geen preek die in het bijzonder op de oorlog slaat. Dat komt mede omdat ik op deze zondag in Middelburg voorga om het avondmaal te bedienen. In gebed en preek zal ik desalniettemin ingaan op de oorlog. Ik bid of de Heere wil geven dat er geen onschuldig bloed wordt vergoten. Ik zal bidden voor de Amerikaanse en Britse soldaten. Ik zal bidden om wijsheid voor president Bush. De honderdduizenden graven van Amerikanen uit de Tweede Wereldoorlog getuigen ervan wat dat volk overhad voor onze vrijheid. Ook nu willen zij een bloeddorstig regime omverwerpen. Bovendien staat dat regime helemaal in het teken van de vijandschap tegen Israël. Ik ben ervan overtuigd dat Saddam een tweede Haman is, die het volk Israël wil uitroeien. Toch wil ik het ook zien in het licht van Openbaring 5, het vierde en vijfde vers, want de Leeuw heeft overwonnen.”

Ds. R. van Beek, christelijk gereformeerd predikant te Eemdijk: „Bewust kies ik geen andere preekstof dan het vervolg van de lijdensstof. Ik behandel ’s morgens de kruiswoorden en preek ’s avonds uit de catechismus. Ik zal zeker voorbede doen voor de christenen in Irak, maar wil daarnaast het hele noodlijdende volk opdragen. We moeten letten op de tekenen der tijden. Maar we mogen ook vragen om Gods ontferming. Wat er nu gebeurt, staat niet los van de plaats van Israël. Toch ben ik voor voorbarige conclusies in dezen beducht.”

Ds. G. Mouw, predikant van de gereformeerde gemeente te Uddel: „Vooral in de voorafspraak van de preek zal ik aandacht aan de oorlog besteden. Ik wil ook de militairen en de christenen in Irak in het gebed opdragen. Laten we hopen dat er zo weinig mogelijk mensen sneuvelen. Ik wil verder wijzen op de ernst der tijden en op de laaghangende oordelen. Ik wil niet zozeer door de bril van de positie van Israël naar het Midden-Oosten kijken, maar veelmeer benadrukken dat het oordeel bij het huis Gods begint. Daarmee bedoel ik de kerk. Ik wil mijn aandacht voor de oorlog laten uitlopen op Psalm 91: „Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.” Ik bid dat we daar persoonlijk van weten.”

Ds. A. Belder, hervormd predikant te Nieuwe-Tonge: „Al wekenlang draag ik de dreiging van de oorlog op in de gebeden, vraag om wijsheid en om bezonnenheid. We staan midden in het grote wereldgebeuren. We moeten deze ontwikkelingen, die tekenen der tijden zijn, duiden in het licht van het eeuwig doel dat de Heere met Zijn schepping en schepsel heeft. God komt in de gebeurtenissen tot Zijn doel. De oorlog staat niet los van de verschillen tussen het christelijk en het islamitisch beginsel. Ook staat ze niet los van de beruchte elfde september, toen grootmacht Amerika het pistool op de borst kreeg. Wij moeten vragen of wij ook hier bij het Woord mogen leven. En wij zullen morgen vragen of de Heere de macht van deze tiran wil breken.”