Doen
Na veel en veel zware beproevingen wordt van de oprechtheid van iemands werk gezien dat het op de rotssteen van Christus is gegrond. De Heere Jezus begint deze gelijkenis met: „Die deze Mijn woorden hoort en doet, die zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man.” Dat wordt hier niet genoemd om het tot een grond van enige verdienste te stellen. Volgens Gods Woord is de deur daarvoor voor eeuwig dicht.Paulus zegt in Romeinen 4:5: „Doch degene die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt…” Dit kan in niemand plaatsvinden zonder dat hij gegrond is op het ware fundament van Christus, zodat daar het doen van Jezus’ woorden in wordt gevonden.
Hier getuigt Jezus van de voorzichtige bouwer. De Heere Jezus vergelijkt in deze gelijkenis de aard van de beproevingen waaraan een godzalig mens onderhevig is, met slagregens en waterstromen die tegen het huis aanstoten. Verberging van Gods aangezicht om reden van de zonden, zodat de Almachtige als het ware Zich in een vijand verandert en tegen hem strijdt. O, het zijn de ongerechtigheden die de scheiding maken en die God Zijn aangezicht doen verbergen. Zware beproevingen die hem overvallen, zien we bij Asaf; dacht hij aan de Heere, zo maakte hij misbaar en zijn ziel werd overstelpt. Dit alles kan op de staat van een kind van God aankomen.
Justus Vermeer, ouderling te Utrecht (Verzameling van enige oefeningen, 1747)