Mea minima culpa
Eindelijk heeft de paus gesproken. Weliswaar niet ex-cathedra, maar toch. Er ligt sinds zaterdag een pauselijke brief over het kindermisbruik in de Rooms-Katholieke Kerk van Ierland. Toegegeven, het herderlijk schrijven had al weken eerder moeten worden verzonden. Dat alleen al roept vraagtekens op. Moest de paus werkelijk zo lang nadenken om spijt te betuigen?
Maar toch ligt er nu een epistel waarin de kerkvorst Benedictus XVI erkent dat er in het verleden duizenden Ierse kinderen zijn misbruikt. Tot op de dag van vandaag lijden ze onder de psychische schade die hun door ogenschijnlijk vrome geestelijken is toegebracht.In zijn brief betuigt de paus oprechte spijt en wroeging over de misdaden. Als hoogste vertegenwoordiger van de roomse kerk erkent hij dat er tussen de jaren vijftig en tachtig van de vorige eeuw grove misstanden waren. Namens de kerk zegt hij: „Mea culpa, ik ben schuldig.”
Echter, de schuldbekentenis is om meer dan één reden geen voorbeeld van ruiterlijkheid die verwacht had mogen worden, zeker als men de inhoud van de brief wat nader bekijkt. Inderdaad, de paus velt een hard oordeel over de geestelijken die zich hebben vergrepen aan de kinderen en over de Ierse bisschoppen die klagende slachtoffers de mond snoerden. Maar de kerkvorst verbindt nauwelijks consequenties aan zijn afkeuring.
Algemeen was de verwachting dat de paus de Ierse kardinaal Sean Brady zou verzoeken om op te stappen. Dat heeft Benedictus XVI niet gedaan.
Het lag voor de hand dat de paus de slachtoffers een financiële schadevergoeding zou aanbieden, tenminste aan hen die vanwege het misbruik in de hulpverlening zijn terechtgekomen. Dat heeft Benedictus XVI niet gedaan.
Algemeen ging men ervan uit dat de vorst van het Vaticaan in zijn brief ook uitvoerig zou ingaan op het misbruik in andere landen. Dat heeft Benedictus XVI niet gedaan.
Opvallend is ook dat de brief zwijgt over de brief die het Vaticaan in 2001 naar de bisschoppen stuurde, waarin het de kerkbestuurders er nadrukkelijk op wees dat voor zaken van seksueel misbruik de geheimhoudingsplicht geldt. Het lag in de rede dat de paus die brief zou herroepen. Dat heeft Benedictus XVI niet gedaan.
Dat de slachtoffers van seksueel misbruik door rooms-katholieke geestelijken zich nu in de kou voelen staan, is niet verwonderlijk. De paus adviseert hun te bidden, boete te doen en deel te nemen aan eucharistievieringen. Maar dat is hier wel erg mager. Met dezelfde argumenten hebben in het verleden lagere geestelijken duizenden slachtoffers de mond gesnoerd als ze klaagden over het ondervonden leed. De paus keurt het gedrag van de Ierse bisschoppen af, maar feitelijk doet hij hetzelfde.
De hoop was dat het pauselijk schrijven een eerste stap zou zijn naar herstel van verhoudingen. Dat is er niet van gekomen. De brief stelt erg teleur. In plaats van namens de Rooms-Katholieke Kerk de schuld op zich te nemen, gaf de paus maar weinig toe. Hij had moeten zeggen: Mea maxima culpa. Het bleef slechts: Mea minima culpa. Niet meer dan een schoorvoetend gemaakt excuses. Omdat het niet anders kon.