Reden om te onderzoeken hoe het zit met de aansluiting tussen Nederlandse en buitenlandse studenten, aldus onderzoeker Bart Rienties van de Universiteit Maastricht. Volgens hem bestond op hogescholen en universiteiten al enige jaren het beeld dat beide groepen studenten elkaar niet makkelijk treffen, terwijl internationalisering wel een hoofddoel is, en dat is nu met wetenschappelijke gegevens bevestigd. De Maastrichtse universiteit heeft samen met de Universiteit Leiden een internetproject opgezet dat buitenlandse studenten moet helpen om makkelijker hun weg te vinden in de Nederlandse studentensteden.De onderzoekers hebben 871 buitenlandse studenten ondervraagd die aan de Hogeschool van Amsterdam, de Haagse Hogeschool, de Hogeschool Zeeland, de NHTV internationaal beroepsonderwijs Breda en de Universiteit Maastricht studeren.

Volgens de onderzoekers leven Nederlandse studenten en de buitenlanders in twee gescheiden sociale werelden. Zo zijn Nederlandse studenten bijna altijd lid van een studentenvereniging, terwijl buitenlanders zich meestal aansluiten bij een studievereniging. De laatste organisatie richt zich veel meer op de inhoud van de studie, terwijl een studentenvereniging vooral voor de gezelligheid is. Van de Nederlanders ziet 70 procent regelmatig studiegenoten, maar slechts 21 procent trekt ook wel op met studenten uit een ander land. Op scholen waar maar weinig buitenlanders zijn, is dat contact wel frequenter. Ruim de helft van de Nederlanders heeft naast de studie een bijbaan. Onder buitenlandse studenten is dat maar 41 procent. Die hebben overigens niet zelden ook een ruimere studiebeurs.

Het internetproject acculturation.nl is bedoeld om buitenlandse studenten al in hun land van herkomst voor te bereiden op hun tijd in Nederland, zodat ze na aankomst weten wat hun te wachten staat. Volgens de onderzoekers komt een introductieprogramma op de opleiding naar keuze eigenlijk te laat om voor een soepele aansluiting te zorgen.