Saddams kleine groep getrouwen
Saddam Hussein heeft over de jaren een kleine groep getrouwen om zich heen verzameld. Hij zelf is president, premier, opperbevelhebber van de strijdkrachten en leider van de Ba’ath-partij. Maar Saddam Hussein kan niet alleen regeren, hoe graag hij ook zou willen. Een overzicht van de ’clan’ rond Saddam Hussein.
QUSAY: Jongste zoon en favoriet van Saddam. Lijkt te worden voorbereid om zijn vader op te volgen. Maakte carrière in partij en leger: is commandant van de Speciale Republikeinse Garde (’s lands sterkste militaire eenheid, onder meer belast met de bescherming van Bagdad) en baas van de veiligheidsdiensten. Werd in 2001 lid van het militair bureau en het Regionaal Commando van de Ba’ath. Dit zeer tegen de zin van zijn broer Uday. Qusay (1966) is getrouwd en vader van drie kinderen. Hij treedt weinig in het openbaar op.
UDAY: Saddams oudste zoon (1964), bekend als playboy en liefhebber van snelle auto’s. Hij is opvliegend en gewelddadig. Vermoorde in 1988 een bediende van zijn vader tijdens een familieruzie en werd na dit incident door Saddam korte tijd naar Zwitserland verbannen. Schoot in 1995 de stiefbroer van zijn vader, Watban Ibrahim, in zijn been. Uday bezit onder meer televisie- en radiostations en Babil (populairste dagblad van Irak). Is voorzitter van het Iraaks Olympisch Comité, de Voetbalfederatie en de Jeugdbond. Zou nu voorzitter van het parlement, waarvan hij lid is, willen worden. Overleefde in 1996 moordaanslag, is hiervan goed hersteld. Volgens onbevestigde berichten in 2001 overgestapt van de orthodoxe soennitische tak van de islam naar de sjiietische minderheid.
IZZAT IBRAHIM AL-DURI: In 1942 in de regio Tikrit geboren. Sinds 1979 vice-voorzitter van de Revolutionaire Commandoraad (RCC) en de Ba’ath-partij. Is plaatsvervangend bevelhebber van het leger. Was minister van Landbouw en Binnenlandse Zaken en heeft zijn lot sinds de jaren zestig aan dat van Saddam verbonden. Was tijdens de acties tegen de Koerden in 1988, waarbij duizenden Koerden omkwamen door gifgas, verantwoordelijk voor het noorden van het land en was daarmee een van de hoofdrolspelers in het drama. Vertegenwoordigt het regime regelmatig in het buitenland. Ontsnapte in 1999 ternauwernood aan arrestatie toen hij in Wenen, waar hij voor een medische behandeling was, werd aangeklaagd voor misdaden tegen de menselijkheid.
TAHA YASSIN RAMADAN: Geboren in de buurt van Mosul. Werkte bij een bank. Maakte carrière binnen de Ba’ath-partij en is al sinds 1969 lid van de RCC. Begin jaren zeventig minister van Industrie en nu een van de twee vice-presidenten (samen met Taha Muhyi al-Din Maruf). Ramadan overleefde meerdere aanslagen. Vaak als havik omschreven. Gold lange tijd als tweede man van het bewind. Was bevelhebber van het volksleger tot ontbinding in 1991. Reisde na begin huidige Irak-crisis door Arabische wereld om steun te verwerven.
ALI HASSAN AL-MAJID: Generaal en neef van Saddam Hussein, lid van de RCC. Werd in de jaren tachtig berucht na het gebruik van gifgas om opstandige Koerden te onderdrukken. Leidde de operatie ter plaatse zonder de burgerbevolking te ontzien (In Halabja 5000 doden). In 1990 kortstondig gouverneur van Koeweit. Speelde in 1991, na de desastreus verlopen tweede Golfoorlog, een belangrijke rol bij het neerslaan van de opstanden in het zuiden en noorden van het land. Tijdens de Amerikaanse en Britse bombardementen in 1998 (operatie Desert Fox) door Saddam benoemd tot baas van de zuidelijke sector om herhaling van de opstanden van 1991 te voorkomen.
TAREQ AZIZ: Is al lang een bekend gezicht en de enige christen (Chaldese katholiek) in het gezelschap. Was eerder minister van Informatie en Buitenlandse Zaken. Sinds juli 1991 vice-premier en lid van de RCC. In 1936 ten noorden van Mosul geboren als Michail Yuhanna. Is veel in de internationale media te vinden. Studeerde Engelse taal en literatuur in Bagdad, werkte daarna als leraar en later bij de partijkrant al-Thawra. Sinds de jaren vijftig actief in de Ba’ath. Overleefde in 1980 een aanslag door de sjiietische oppositiegroepering Amal. Carrière leek beëindigd in augustus 2001, toen zijn zoon Ziad tot 22 jaar cel werd veroordeeld wegens corruptie en machtsmisbruik. Nam ontslag als vice-premier, maar dat is uiteindelijk niet geaccepteerd.
ABDEL HAMID MAHMOUD: Grote onbekende in de kliek rond Saddam. Ontleent zijn macht aan het feit dat hij de privé-secretaris van de dictator is en verantwoordelijk voor diens veiligheid. Volgens ingewijden zeer invloedrijk. Regelt onder meer de toegang tot de president.