Mbo al jaren onder vuur
Van alle soorten onderwijs in ons land ligt het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) het meest onder vuur. Dat is niet van vandaag of gisteren. Al jaren klagen leraren, ouders én leerlingen over de slechte kwaliteit. De kritiek loopt inmiddels zo hoog op dat staatssecretaris Van Bijsterveldt gisteren heeft besloten de mbo-ombudslijn in te stellen. Die gaat vanaf 1 april een jaar lang klachten over het mbo inventariseren. Triest dat dit nodig is in een hoog ontwikkeld land als het onze.
De Onderwijsinspectie publiceerde begin februari een lijst op internet met ruim zestig mbo-opleidingen die ver onder de maat presteren. Nog eens 500 scholen werden als zwak aangemerkt. Het is volgens de studenten –wie kunnen het beter beoordelen dan de ontvangers van het onderwijs?– nog maar het topje van de ijsberg. Op 10 februari demonstreerden zij in Den Haag voor een beter mbo. De harde kwalificatie ”wantoestanden” klonk.De klachten over het mbo zijn inmiddels een bekend refrein: er wordt te weinig lesgegeven, roosters deugen niet, leraren zijn niet bekwaam, het lesmateriaal biedt te weinig uitdaging en de stagebegeleiding –een belangrijk onderdeel van de beroepsopleiding– schiet tekort. Bij dit laatste punt had de gezaghebbende Rekenkamer twee jaar geleden ook al de vinger gelegd in een kritisch rapport over stages in het mbo.
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB), die de staking vorige maand steunde, krijgt stuitende klachten binnen. Jongeren schrijven: „Van de 33 lesuren krijgen wij slechts 13 uur les”, „Onze readers staan vol met taalfouten” en: „Ik moet een vak volgen dat niets met mijn opleiding te maken heeft, alleen om mijn uren vol te maken.”
Al in 2007 signaleerde de JOB dat het aantal klachten over het mbo groeide, na een periode van juist stijgende waardering. Die verandering heeft alles te maken met de invoering van het competentiegericht onderwijs in het mbo. Daarbij ligt de nadruk niet op traditionele kennisoverdracht, maar op het aanleren van competenties (vaardigheden) die voor het toekomstige beroep van belang zijn.
De invoering van deze nieuwe manier van werken in het mbo gaat met veel problemen gepaard. Zo zelfs dat staatssecretaris Van Bijsterveldt in 2007 besloot het vernieuwingsproces met twee jaar te verlengen, van 2008 tot 2010. Ook verbood zij tientallen mbo-opleidingen om nog langer zelf examens af te nemen. Ingrijpende maatregelen die niet zomaar worden genomen.
Inmiddels leven we in 2010, maar de praktijk bewijst dat het mbo nog steeds de zaken niet op orde heeft. Het besluit van de staatssecretaris om vanaf 1 april een klachtenlijn in te stellen, moet echt als een laatste kans worden beschouwd. De problemen zijn genoegzaam bekend, maar misschien dat deze maatregel scholen ertoe aanzet eindelijk eens serieus én voortvarend met verbeteringen aan de slag te gaan. „Goed onderwijs begint bij voldoende lessen en roosters die op orde zijn”, zei de bewindsvrouw gisteren. Een waarheid als een koe. Want wie zijn er de dupe van al die jaren gesukkel? De studenten. Zij verdienen een betere behandeling.