De tijd dat je zweeft
Het gaat in taal, poëzie en proza niet alleen om een poging om jezelf grond te verschaffen, maar om inzicht te vinden en grond onder je voeten, schreef Willem Brakman. Maar hoe vind je grond onder de voeten als je die (letterlijk) bent kwijtgeraakt in Afghanistan? Dat thema staat centraal in ”De tijd dat je zweeft” van Cees Pols.
De lezer zit meteen midden in de wereld van Kamp Holland. Brian en Jarno gaan op zoek naar de taliban en meteen op al pagina 2 komen ze in een kogelregen terecht. En voordat de lezer weer bij zijn positieven is, ontploft een bermbom. Brian vindt de dood en Jarno raakt zwaargewond. In het ziekenhuisbed met de onafscheidelijke morfinepomp vindt hij zichzelf terug. Hij moet de gevolgen van de vredesmissie onder ogen zien en met de mensen rondom hem in het reine zien te komen. En dat kost hem enorm veel moeite. Jarno heeft maar één wens: terug naar Afghanistan. Maar die wordt niet ingewilligd.Cees Pols neemt de lezer mee in de wereld van het zoeken naar vrede. Of is die juist niet op deze manier te vinden? Is het wel goed om van een vredesmissie te spreken? En wat doet een mens als hij getraumatiseerd uit de strijd komt? Kan hij de weg terug-vinden? En waar is God tijdens die zoektocht?
Pols schrijft zonder omwegen; de gebeurtenissen fluiten de lezer aanvankelijk om de oren. Het begin is wat mij betreft te overweldigend, maar Pols herstelt zich door de lezer medelever te maken in Jarno’s strijd om de weg terug te vinden. Diens karakter wint aan kracht. En daarom is (de taalfoutjes even vergetend) deze novelle een mooi geschenk.
De tijd dat je zweeft, Cees Pols; uitg. BCB, Harderwijk, i.s.m. Mozaïek, Zoetermeer, 2010; ISBN 978 90 239 9331 5; 96 blz.; gratis tijdens de Week van het Christelijke Boek bij aankoop van ten minste 11,50 euro aan boeken in de christelijke boekhandel.