In een vraaggesprek met het ANP noemde hij Deetman een „man van groot statuur, maar bovendien iemand van buiten de geloofsgemeenschap.” Volgens De Korte, woordvoerder namens de bisschoppen in deze kwestie, is dat laatste belangrijk om elke suggestie van doofpotpolitiek te vermijden.Deetman gaat de komende vier tot zes weken deskundigen bijeenbrengen en een onderzoeksplan opstellen. Volgens De Korte zouden in elk geval een historicus, socioloog, psycholoog en een jurist bij het onderzoek betrokken moeten zijn.

„Er moet wat mij betreft een historisch-sociologisch onderzoek komen. Het misbruik deed zich voor tussen de jaren vijftig en jaren zeventig. Dat was een andere cultuur en de gezagsverhoudingen tussen volwassenen en kinderen lagen heel anders. We willen als kerk zicht hebben op wat zich toen heeft afgespeeld.”

De Korte spreekt van een beschamende situatie. „Wij willen recht doen aan de slachtoffers die nu vijftig, zestig en zeventig jaar oud zijn.” Deze mensen, denkt de bisschop, „lopen hun hele leven beschadigd rond. Het zou goed zijn als we die last kunnen verlichten zodat mensen het gevoel hebben dat ze verder kunnen. Van de kerk is het een teken van sterkte om nu open te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de kerk deze crisis doorstaat, juist omdat we voor deze vorm van onderzoek hebben gekozen.”

De vraag of het celibaat een rol heeft gespeeld in het seksueel misbruik, moet een plek krijgen in het onderzoek, vindt De Korte. Volgens hem is er tegenwoordig in de priesteropleiding meer aandacht voor vraagstukken rond seksualiteit.

Hij ziet veel gelovigen die in verwarring, boos, verdrietig of gedemotiveerd zijn „Het is nu van belang om een stuk verloren moreel gezag terug te winnen.” In de afgelopen weken sprak hij ook met slachtoffers. „Daar word je ontzettend stil van en je voelt je beschaamd.”