Harde werker
Prins Willem-Alexander is het prins Pilsstadium ver voorbij. Hij is klaar voor de troon. Dat beeld rijst op uit het boek ”Willem IV. Van prins tot koning” dat onlangs verscheen.
Een hardwerkende man met kennis van zaken en met een sterke sociale antenne. Zo karakteriseren veel mensen prins Willem-Alexander in het boek van de Volkskrantjournalisten Jan Hoedeman en Remco Meijer. Of het nu over water, ruimtelijke ordening, de krijgsmacht of sport gaat, de prins weet erover mee te praten en heeft echt contact met mensen die hij rond die thema’s ontmoet.In het boek komen tientallen mensen aan het woord die de prins klaarstoomden voor het koningschap; variërend van oud-premier Kok en voormalig staatssecretaris Terpstra, tot vliegvriend Willem de Boer en legerofficieren. Zij vertellen interessante details over het leven van de prins. Zo weten we dankzij de medewerking van ds. Carel ter Linden dat de prins een trouw bezoeker is van een vierwekelijks Bijbelkring.
De inhoud van het boek is biografisch. Alle grote momenten uit het leven van de prins passeren: jeugd, studie, marinetijd, verloving, huwelijk, vaderschap, voorbereiding op de troon. Steeds hebben Hoedeman en Meijer interessante mensen uit de kring rond de prins weten te vinden.
De auteurs kregen het ook voor elkaar om leeftijdsgenoot en „vriend” kroonprins Frederik van Denemarken over de prins te interviewen. Een prestatie. Uit het gesprek blijkt dat de toekomstige vorsten en vorstinnen van de Europese monarchieën elkaar met een zekere regelmaat ontmoeten. Zij zijn dan niet alleen gezellig samen, maar spreken ook over hun positie. „Het is altijd interessant om van elkaar te leren.”
Prins Willem-Alexander en hij zitten goed in hun rol als toekomstig staatshoofd, vertelt prins Frederik. „Het is een positieve uitdaging. Ook in de voorbereidingsjaren zitten veel goede elementen. Zie waar wij nu staan. Wij zijn gelukkige mannen, we hebben een fantastische vrouw met wie we zijn getrouwd en we hebben prachtige kinderen gekregen”, aldus de Deense prins, die benadrukt hoe belangrijk de vrijheid in de jeugdjaren voor hem en prins Willem-Alexander is geweest.
De geïnterviewden kregen –wanneer nodig– groen licht van de prins om met de auteurs te praten. Dat is bijzonder. De concepttekst van het boek is door de staf van de prins alleen gecontroleerd op feitelijke onjuistheden, maar niet ‘gecensureerd’ door de Rijksvoorlichtingsdienst. Het resultaat is ernaar: een open en eerlijk boek en gelukkig zonder de zure, gezocht kritische ondertoon die sommige Volkskrantpublicaties in het verleden stempelde.
Anekdotes ontbreken niet in het goed geschreven boek. De aardigste is die van het klappertjespistool dat de prins in 1973 als zesjarige jongen van zijn ouders moest inleveren bij de marechaussees van Kasteel Drakensteyn. „Dit moet ik van papa en mama aan u geven. Ze vinden het niet leuk als ik schiet.” Ruim 21 jaar later kreeg de prins het pistooltje ingelijst terug aan het einde van zijn stageperiode bij de landmacht.
Het succes van Willem-Alexander als koning zal staan of vallen met de aanwezigheid van goede adviseurs rond de troon, concluderen Hoedeman en Meijer aan het einde van het boek. „Op de momenten dat hij die ontbeert, in onvoldoende mate raadpleegt of negeert, is hij kwetsbaar, ondanks alle kwaliteiten die hij bezit. Hij zal sterke adviseurs om zich heen moeten verzamelen voor de juiste taxaties in vaak ingewikkelde dossiers. Want als staatshoofd zal de kritiek soms nog heviger zijn dan in zijn positie als toekomstige opvolger. Lukt het hem adviseurs van dat kaliber aan te trekken –en waarom zou dat niet lukken– dan is de kans groot dat zijn missie slaagt om het koningschap in Nederland onomstreden en bindend te laten zijn.”
Willem IV. Van prins tot koning, Jan Hoedeman en Remco Meijer;uitg. Atlas, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 450 1576 7; 368 blz.; € 24,90 (paperback), € 34,90 (gebonden).