Kerk & religie

Vroege Kerk had iets met heidense orakels

In de vroegchristelijke kerk geloofden veel christenen dat de komst van Jezus door heidense profeten was voorzegd. Rieuwerd Buitenwerf verdedigde vandaag in Leiden zijn proefschrift over de zogenoemde sibyllijnse orakels.

J. C. Karels
19 March 2003 10:50Gewijzigd op 14 November 2020 00:12
LEIDEN - Rieuwerd Buitenwerf promoveerde vandaag op een proefschrift over het derde boek van de sibyllijnse orakels. Het is geschreven in de eerste eeuw voor Christus, in dezelfde taal en cultuur als de boeken van het Nieuwe Testament. - Foto Mark Lamers
LEIDEN - Rieuwerd Buitenwerf promoveerde vandaag op een proefschrift over het derde boek van de sibyllijnse orakels. Het is geschreven in de eerste eeuw voor Christus, in dezelfde taal en cultuur als de boeken van het Nieuwe Testament. - Foto Mark Lamers

In de befaamde Sixtijnse Kapel in Rome zijn de schilderingen van Michelangelo te zien. De taferelen over schepping en zondvloed zijn omlijst door twaalf figuren: zeven profeten en vijf sibyllen. Vanaf de eerste eeuwen van de kerk hebben de sibyllen onder christenen in hoog aanzien gestaan. Kerkelijke schrijvers zoals Clemens van Alexandrië, Lactantius en Augustinus beroepen zich op de buitenbijbelse figuren om de waarheid van het christelijk geloof van extra argumenten te voorzien. Rieuwerd Buitenwerf (1973), werkzaam bij het Nederlands Bijbelgenootschap in Haarlem, heeft het derde van de twaalf boeken met sibyllijnse orakels bestudeerd. Hij schreef zijn proefschrift tijdens een vierjarige aanstelling als promovendus aan de theologische faculteit in Leiden. Het boek zal in mei verschijnen bij uitgeverij Brill, als deel zeventien in de serie ”Studia in Veteris Vestamenti Pseudepigrapha”.

Als je in een stad in de Grieks-Romeinse Oudheid een sibyllijns orakel hoorde, waren dat vaak losse spreuken, zegt Buitenwerf. „Zoals: een aardbeving zal Efeze zwaar treffen, of: Rhodos zal verzwolgen worden door een vloedgolf. De Griekse profetes Sibylle leefde ergens in de zevende of de zesde eeuw voor Christus. Haar voorzeggingen spraken in de Oudheid zo tot de verbeelding, dat de sibyllijnse orakels zich tot een geliefd genre ontwikkelden. Andere mensen schreven verzamelingen orakels en zetten die op haar naam, om ze gezag te geven.”

Buitenwerf onderstreept dat het genre werd beoefend in verschillende vormen. Je had orakels die door de straat zoemden, van mond tot mond gingen en deel uitmaakten van een mondelinge traditie. Veel profetieën werden gewoon verzonnen. Er waren ook officiële verzamelingen met orakelboeken.

De twaalf boeken die bekend zijn geworden als de sibyllijnse orakels zijn qua inhoud en ontstaansperiode erg verschillend, licht Buitenwerf toe. Sommige zijn Joods van aard, andere christelijk. Het derde boek is waarschijnlijk geschreven door een Jood uit Klein-Azië tussen 80 en 40 voor Christus, vermoedt hij. „De hoofdboodschap is: Dien de ene ware God op de juiste wijze en leef rechtvaardig.” De manier waarop de auteur zijn boodschap uitwerkt, vindt Buitenwerf vernuftig, omdat hij op subtiele wijze Joodse en Griekse standpunten combineert. Je zou kunnen denken dat de auteur zich op een niet-Joods publiek heeft gericht, door zijn geschrift op naam van de populaire Sibylle te zetten. Maar Buitenwerf laat in zijn proefschrift iets anders zien: het boek is geschreven om een Joods publiek te stichten en te vermaken.

Als nieuwtestamenticus komt de in het onderzoek opgedane kennis Buitenwerf goed van pas. „Het derde boek van de sibyllijnse orakels is geschreven in de eerste eeuw voor Christus, in dezelfde taal en cultuur waarin de boeken van het Nieuwe Testament totstandkwamen. Ik ben van mening dat veel nieuwtestamentische ideeën staan op de schouders van Joodse en Griekse ideeën. De manier waarop bijvoorbeeld in dit derde boek over de Joodse wet gesproken wordt, vertoont verwantschappen met Paulus’ ideeën over de wet.”

vraag(u14(U lijkt met de tekst van de sibyllijnse orakels op dezelfde manier om te gaan als met die van het Nieuwe Testament.

„Ik ben zelf christelijk, en ga ook regelmatig voor in kerkdiensten, dus heb op die manier ook een band met de Bijbel. Wel vind ik het heel belangrijk als onderzoeker van historische fenomenen de dingen gescheiden te houden. Ik vind dat je anderen in hun waarde moet laten.”

vraag(u14(Wat onthullen de sibyllijnse orakels over de verhouding tussen christendom en heidendom?
„Het interessante vind ik dat ze in de Vroege Kerk écht hebben gefunctioneerd als bewijs dat onder de heidenen zelf de Christus is voorzegd. Christenen citeren de orakels om aan heidenen, aan nog niet-gelovige Romeinen en Grieken, duidelijk te maken dat ze eigenlijk zouden moeten geloven, omdat hun eigen profetes immers de komst van Christus heeft aangekondigd. Een van de interessante dingen van dit derde boek is dat de Joodse auteur Sibylle misschien wel als zijn eigen profetes zag. Hij leefde in Klein-Azië, de Griekse vrouw was daar een gerespecteerde profetes. De auteur wil laten zien dat ze familie van Noach was.

De vroegchristelijke imitaties van Sibylle laten zien dat men het christendom als zo oud en zo universeel mogelijk wilde voorstellen. Tegenover de Joden beriepen de christenen zich eerder op de oudtestamentische profeten, tegenover Grieken en Romeinen verwezen ze naar Sibylle. In het achtste boek van de sibyllijnse orakels wordt bijvoorbeeld de geboorte van Jezus voorspeld. Daaruit concludeerden protestantse godgeleerden in de zestiende eeuw dat het boek niet echt kon zijn. Want een heidens boek dat explicieter de komst van Christus voorzegt dan Jesaja, kan eigenlijk niet.”

vraag(u14(De mediahype na de vondst van het beenderkistje van Jakobus is interessanter dan het kistje zelf, is een stelling bij uw dissertatie.

„De discussie gaat steeds vooral over de vraag of het kistje authentiek is of niet, terwijl ik denk: laten theologen en sociologen ook eens onderzoeken waaróm mensen dit interesseert, waarom de media erover berichten, hoe ze erover schrijven en welke mensen dit lezen. Wat is de theologische relevantie van het feit dat Jozef, de vader van Jakobus, nu iets eerder in de bronnen wordt genoemd? Ik zou veel meer geïnteresseerd zijn in de stand van zaken van de secularisatie. Daarvoor zou de mediahype zelf onderzocht moeten worden. Sommige kranten schrijven dat Jezus misschien echt heeft bestaan. Alsof dat een serieuze vraag is. Als je zo’n kennisvacuüm ziet, zo’n onverschilligheid ten opzichte van het christendom, mag dat toch eigenlijk niet door theologen over het hoofd worden gezien. Hetzelfde geldt voor het recente boek waarin Jezus als Caesar wordt geïdentificeerd. Waarom besteden grote dagbladen en kranten daar aandacht aan? Welke vragen worden gesteld? Ga dat eens onderzoeken, daar kun je als theologen wat mee doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer