Muziek

Psalmen in een nieuwe stijl

De psalmen blijven musici inspireren tot nieuwe vormen. Eelco Vos startte ”The Psalm Project”, Johan Bredewout werkt al tien jaar aan zijn initiatief ”Ononderbroken”.

Jan-Kees Karels en Jaco van der Knijff
5 March 2010 16:49Gewijzigd op 14 November 2020 10:01

De Geneefse psalmen dynamischer en eigentijdser maken, met behoud van tekst en melodie. Dat beogen de makers van ”The Psalm Project”. De eerste cd bevat geliefde nummers, zoals Psalm 25, 84, 119, 134 en 139. Initiator is de Bennekomse pianist Eelco Vos, die de pianopartituren componeerde. Op basis daarvan koos producer Luca Genta met welke instrumenten de psalmen zouden worden uitgevoerd: gitaar, saxofoon, keyboard, drums en zelfs een accordeon. De psalmen worden gezongen door Suzanne van der Velde, Miranda de Vlieger en Ariën Vink. Door de oude melodieën krijgt het geheel iets klassieks. Tegelijk zijn toonzetting en uitvoering eigentijds en doen ze denken aan gospelmuziek.Vos, lid van de Protestantse Kerk in Nederland, is verrast door de eerste reacties op cd en website. Die komen uit diverse hoeken. „In evangelische gemeenten zitten veel mensen met een reformatorische achtergrond. Soms hebben ze al jaren geen psalmen meer gezongen. Door het horen van de cd komen ze weer in aanraking met de liederen van hun jeugd. Ook zijn er mensen die nu voor het eerst van hun leven met de psalmen in aanraking komen. Daarmee is het belangrijkste doel bereikt: dat mensen de psalmen waarderen en zingen.” Vos kreeg een uitnodiging om te komen spelen van de vrije baptistengemeente Bethel in Drachten.

Anders dan het al langer bestaande project ”Psalmen voor Nu” heeft ”The Psalm Project” tekst en melodie zo veel mogelijk intact gelaten. Vos: „Deze psalmen zijn beter zingbaar voor leken. Over het algemeen worden de coupletten gevolgd in de berijming van 1773 of in die van het Liedboek voor de kerken. Wel zijn hier en daar ouderwetse woorden vervangen. En soms is de structuur iets aangepast, zoals in Psalm 134, waaraan ik een lofrijk refrein heb gevoegd, gezongen door een gospelkoortje.”

Niet alle melodieën van Genève zijn geschikt voor het project, heeft Vos gemerkt. „We zullen niet alle 150 psalmen opnemen, maar een selectie.”

Vanachter zijn Yamahavleugel illustreert de pianist hoe je met een kleine ingreep een groot effect kan bereiken. Hij speelt de melodie van Psalm 139 in de oorspronkelijke toonsoort, en vervolgens in een andere. „Zie je wel? De structuur blijft herkenbaar, maar de intonatie wordt anders.” Een piano is bij uitstek geschikt om meer dynamiek in de psalmen aan te brengen, vervolgt Vos. „De Geneefse melodieën zijn heel statisch. Ze worden vaak akkoord voor akkoord geharmoniseerd. Ik heb gezocht naar een manier om hier meer dynamiek in aan te brengen. Bij een piano krijg je vanzelf meer melodienoten op één akkoord.”

In de aanloop naar Pasen staat een viertal presentatieconcerten gepland. Een zandkunstenaar zal de psalmen dan ‘uitbeelden’. De bladmuziek is gratis te downloaden op thepsalmproject.nl.

Johan Bredewout uit Vollenhove is sinds 1999 bezig met zijn psalmenproject ”Ononderbroken”. Het begon na een vraag van een uitgever van muziek voor koren. Bredewout ging op de uitnodiging in en begon met het componeren van de onberijmde versie van Psalm 23. „Op een gegeven moment ontstond het idee om een aantal psalmen als serie op muziek te zetten.”

De musicus heeft wat met de psalmen. „Ze spraken en spreken mij erg aan. Alles in de relatie tot God wordt erin bezongen: lofprijzing, aanbidding, verootmoediging, dankzegging. En alles is nog net zo actueel als vroeger.” Ook bij mensen die van het geloof zijn losgeraakt kunnen de psalmen een gevoelige snaar raken, weet Bredewout. „Ik heb eens iemand die van de kerk was losgeraakt behoorlijk emotioneel zien worden bij het beluisteren van Psalm 42.”

Hij noemt het „prachtig en ideaal” om de psalmen op muziek te zetten, omdat je „al die verschillende onderwerpen en emoties kunt vertalen in de muziek die je erbij schrijft.”

Hij koos voor een seriematige aanpak, omdat een dergelijke opzet voor koren nog niet bestond. Waarbij het niet de bedoeling was om alle 150 psalmen van een nieuw jasje te voorzien. „Dat is nooit zozeer het plan geweest. Het hoeft voor mij ook niet direct. Ik ben te wispelturig om dit vol te houden.” Tegelijkertijd werkte Bredewout namelijk ook, samen met tekstschrijver Hans de Ruiter, aan vier oratoria. Een vijfde, over het nieuwe Jeruzalem, is in de maak.

De Ruiter is ook degene die de meeste teksten van ”Ononderbroken” schreef. „Ik wil graag dicht bij de grondtekst blijven, en dat gebeurt bij De Ruiter, daar vraag ik specifiek om.”

De muzikale vertolking van de psalmteksten verschilt nogal, zegt de musicus. „Dat hangt van de tekst en van de tekstdichter af.” In ieder geval werkt hij volledig vanuit de tekst. „Bij de psalmen op de cd ”Ik zing een Eeuwigdurend lied” ben ik zeer intuïtief te werk gegaan; het eerste wat in mij opkwam, werkte ik uit.”

Zijn project is op geen enkele manier bedoeld als het afstoffen van de oude psalmen, benadrukt Bredewout. „Dit project is een toonzetting van de psalmen voor koren. Maar de Geneefse psalmteksten en melodieën blijven voor mij van onschatbare waarde.”

Sterker nog, hij hoopt dat de Geneefse psalmen weer dichter bij de mensen komen. „Een keer door een andere bril kijken, kan nog meer waardering voor het origineel opleveren. Net zoals het prachtig kan zijn een psalm eens in een Engelse vertaling te lezen, of in het Twents. De herkenning en het begrip van de grondtekst worden er alleen maar groter door.”


Melodie historisch bepaald

Voor een nieuwe muzikale vormgeving geldt: er is niets nieuws onder de zon. Voortdurend hebben kerkmensen door de eeuwen heen zich op nieuwe wijzen willen uitdrukken met uiteenlopende psalmverwerkingen in taal en muziek. De toepassing was divers: voor gebruik thuis, in de eredienst, voor koorzang of speciale gelegenheden. En altijd speelden de vragen: is de vernieuwing goed of kwaad? (ethisch) Is ze stijlvol? (esthetisch) En is ze toepasbaar voor het beoogde doel? (functioneel).

Beoordeling van de psalmprojecten van Bredewout en Vos vraagt om een moeilijke objectiviteit. Je moet op andere wijze willen en durven waarnemen: niet zozeer met de ”oor-bepaaldheid” van je eigen kerkelijke en muzikale (gewetens)vorming als telg van de kleine gereformeerde gezindte uit een kikkerlandje te midden van een wereldwijde Kerk.

Daarmee is onze toon bij het werk van Bredewout en Vos gezet. De betrouwbaarheid van de tekstinhoud als verwerking van het geïnspireerde en blijvende Woord, is absoluut essentieel. Klankidioom en instrumentale bezetting zijn echter betrekkelijk van aard. Wel moet de vormgeving dienend zijn ten behoeve van het gemeente-zijn. Maar ook ‘stichting’ is, hoe belangrijk ook, bepaald naar volk, tijd en plaats. Daarbij moet de muziek waardig zijn, in dienst van de verkondiging én esthetisch verantwoord. In dat verband is bij Vos het oude tekstritme soms niet in evenwicht met het ”opgelegde” eigentijdse muziekritme, bijvoorbeeld in psalm 134.

Bredewout en Vos, beiden vakmusici, grijpen elk met een oprecht gekozen en verschillend gebruiksdoel terug op de psalmen. Dat ze de tékst muzikaal willen uitbeelden verdient onze waardering, ook al boeit het een meer dan het ander. Die positieve intentie houdt echter niet in dat hun vormgeving binnen de reformatorische gezindte in even grote mate tot stichting kan zijn. Bredewout zal niet zozeer met zijn muziek, als wel met de door hem gebruikte psalmpoëzie wenkbrauwen doen fronsen. Zo wint in Psalm 116:2 „Hij hoort mijn stem… mijn leven is voor Hem” de rijm het van de tekst „in mijn dagen aanroepen.” Bij Vos ligt dat net andersom, en stellig in heviger mate. Of een psalmmelodie echter ontdaan wordt van de eigen waardigheid door een gospelachtige vertolking („stijlbederf”) en dientengevolge „zondig” genoemd moet worden, staat voor mij niet vast. Want een psalmmelodie is een historisch gegroeide, menselijke vondst. Oorspronkelijk is een psalmmelodie zonder akkoorden getoonzet. Vroege calvinistische en lutherse componisten hebben de melodieën van brekingen en kunstige figuraties voorzien. En in onze tijd doen concertante invloeden vanuit de Franse orgelcultuur het onder reformatorische mensen goed.

Auteur: drs. P.C. den Uil

<File v-if="article['files'] && article['files'][0]" :file="article['files'][0]" /><File v-if="article['files'] && article['files'][1]" :file="article['files'][1]" />

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer