China remt groei van strijdkrachten
Het Chinese leger zet de rem op de groei van de strijdkrachten. Peking gaat dit jaar 532,1 miljard yuan (57 miljard euro) uitgeven aan het Volksbevrijdingsleger en aan lokale milities, slechts 7,5 procent meer dan in 2009.
Dat heeft een Chinese regeringswoordvoerder donderdag bekendgemaakt.In voorgaande jaren groeide het leger nog met dubbele cijfers. „China is toegewijd aan de vrede”, verklaarde zegsman Li Zhaoxing de geringe stijging.
Li greep de bijeenkomst aan om de Verenigde Staten te waarschuwen. Volgens China is het „totaal onacceptabel” dat buitenlandse regeringen wapens willen verkopen aan Taiwan, in de ogen van Peking een afvallige provincie. Washington is van plan om voor miljarden aan wapens te leveren aan Taiwan.
Ook zei Li het onbegrijpelijk te vinden dat westerse leiders de tijd nemen voor een ontmoeting met de dalai lama, de geestelijk leider van Tibet. „Sommige mensen geloven de lieve woordjes van de dalai lama, hij zegt dat hij onafhankelijk voor Tibet niet steunt, maar wij letten op zijn daden”, aldus de zegsman. De Amerikaanse president Barack Obama ontving de dalai lama vorige maand op het Witte Huis.
Kopstukken van de Chinese Communistische Partij zijn woensdag in Peking bij elkaar gekomen voor de jaarlijkse vergadering met de adviesraad aan het begin van het nieuwe parlementaire jaar. Die bijeenkomst gaat vooraf aan het Nationaal Volkscongres, dat vanaf morgen voor tien dagen bijeenkomt.
Op de agenda van beide vergaderingen staan vooral economische onderwerpen. Peking wil de levensstandaard van de Chinezen verbeteren en de enorme kloof tussen arm en rijk langzaam maar zeker dichten. Ook moet de industrie extra worden ondersteund om de groei van de sector vast te houden. Peking vreest sociale onrust als er onvoldoende werk is.
Een gevoeliger onderwerp is de opvolging van premier Wen Jiabao en president Hu Jintao, die in 2012 plaats moeten maken voor de volgende generatie politici. Dit staat niet op de agenda, maar zal zeker in de wandelgangen worden besproken.