Barnard en Miskotte voor Oost-Europa
De Stichting Kerkelijke Gemeenteopbouw Oost-Europa viert dit jaar haar vijftienjarig bestaan. Kerken in het voormalige Oostblok moeten het mogelijk zonder Nederlandse financiële en theologische steun doen. De stichting kampt met ernstig geldgebrek.
De interkerkelijke stichting heeft in 2009 door de economische crisis de helft van het budget moeten uitgeven. „Als het zo doorgaat, zullen we volgend jaar moeten stoppen”, zegt ds. H. P. van der Horst, emeritus predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland, in zijn seniorenwoning in Boxmeer. Het donateursbestand van de stichting vergrijst. En de belangstelling bij jongeren voor Oost-Europa taant. „Men wil zich niet meer voor lange tijd aan een organisatie binden. Bovendien zijn Amerika, Afrika en Verweggistan veel interessanter geworden.”De predikant constateert dat kerken twintig jaar na de val van de Muur in 1989 nog steeds hulp behoeven. „In 1989 stond iedereen klaar om te helpen. Maar Oost-Europa heeft geen vijf jaar onder dwang geleefd, zoals wij in de Tweede Wereldoorlog. Veertig jaar communisme is niet zomaar weg te poetsen.”
Tweede vaderland
De stichting werd in 1995 opgericht door Hebe Kohlbrugge. Ds. Van der Horst: „Ze was werkzaam bij het Hervormd Werelddiaconaat. In de oorlog was ze in contact gekomen met Duitsers en Tsjechen en daardoor uitermate bewogen met het lot van de kerken in Oost-Europa.”
Kohlbrugge wist in 1963 gedaan te krijgen om westerse studenten aan de universiteit van Praag te laten studeren. Ds. Van der Horst was de vijfde student die in 1967 en 1968 een jaar theologie in de Tsjechische hoofdstad kon studeren. Vanaf die tijd heeft hij veel kerkelijke contacten opgebouwd. „Ik ben sowieso van het land gaan houden. Het is mijn tweede vaderland geworden. Ik heb er zo veel meegemaakt.” De predikant lijkt in gepeins verzonken. „Zo stond ik aan het graf van de student Jan Palach, die zich in 1969 in brand stak als protest tegen het vanuit Rusland gedicteerde beleid.”
Huiskamercolleges
De directe aanleiding voor de oprichting van de stichting in 1995 waren opgespaarde gelden van plaatselijke diaconieën voor Oost-Europa. De plaatselijke gemeenten wilden zekerheid dat het geld goed zou worden besteed. Daarom werd een stichting in het leven geroepen. „Maar we zochten ook naar geestelijke voeding. Het Werelddiaconaat gaf veel materiële steun. Ook het andere is nodig, anders doen kerken aan hun roeping tekort.”
De banden met de evangelisch-theologische faculteit van de Karelsuniversiteit te Praag zijn sinds de jaren 1960 verstevigd. Met geheime boektransporten, hulp van het Werelddiaconaat en uitwisseling van studenten bleven de contacten behouden. De lijst van Nederlandse theologen die in die jaren naar Tsjechië afreisden om huiskamercolleges te geven, bevat klinkende namen als Henk Berkhof, Karel Deurloo, Simon Schoon en Eberhard Bethge. Verder houden beide landen contact door het tweetalige tijdschrift Rozpravy/Samenspraak.
Momenteel studeren twee studenten en twee ‘postgraduates’ uit Tsjechië, Roemenië en Servië op kosten van de stichting aan Nederlandse universiteiten. Ook worden boeken vertaald in Oost-Europese talen. ”Het verhaal gaat…” van Nico ter Linden loopt erg goed, vertelt ds. Van der Horst. Het catechisatieboek ”Aan het Woord komen” van prof. Evert Jonker is ook vertaald, evenals ”De God van de filosofen en de God van Pascal” van de Amsterdamse filosoof prof. Theo de Boer. Ook boeken van Willem Barnard, Karel Deurloo en Klaas Smelik worden in het oosten gelezen. Het ”Bijbels ABC” van de in 1976 overleden Kornelis Heiko Miskotte is vertaald in het Tsjechisch en het Lets. Ook zijn ”Edda en Thora”, over het moderne heidendom, is te vinden in Tsjechisch. „Zo’n boek blijft actueel. Communisme was voor de Tsjechen een verschijningsvorm van de heidense Edda.”
De boeken worden vertaald na het horen van wensen van Oost-Europese predikanten en studenten. „We kiezen bewust voor Nederlandse theologen. Ieder land moet zelf de theologische bronnen van het eigen grondgebied ontsluiten.”
De lijn van kennisoverdracht loopt niet exclusief van west naar oost, zegt ds. Van der Horst. „We hebben een commentaar op de Efezebrief van Petr Pokorny vertaald in het Nederlands. Ik ben teleurgesteld geraakt over de ontvangst ervan in Nederland. Belangstelling is geen eenrichtingsverkeer, maar ook openstaan voor geloofsopvattingen van de ander.”