„Hoog IQ leidt tot voorkeur atheïstische levensvisie”
Mensen met een hoog IQ hebben vaker voorkeur voor liberale en atheïstische opvattingen dan mensen die lager scoren qua intelligentie.
Dat blijkt uit onderzoek van Britse wetenschappers dat komende maand wordt gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Social Psychology Quarterly.Volgens de wetenschappers is er een verband tussen een hoog intelligentieniveau en opvattingen van liberale snit. Zij legden het verband na analyse van een onderzoek waarbij duizenden Amerikaanse scholieren in hun tienerjaren werden gevolgd.
Ondervraagden die zichzelf omschreven als „zeer liberaal” hadden tijdens hun puberteit een IQ van 106, leeftijdgenoten die zichzelf „zeer conservatief” noemden een IQ van 95. Op godsdienstig terrein was het beeld hetzelfde: mensen met een IQ van 103 zeiden „in het geheel niet religieus” te zijn, degenen met een IQ van 97 noemden zich „zeer religieus.”
Achter de uitkomsten van het onderzoek gaat een evolutionistisch concept schuil, zo blijkt. Volgens onderzoeksleider S. Kanazawa tonen de gegevens aan dat religie lange tijd nodig was om natuurlijke verschijnselen te verklaren en de angst ervoor weg te nemen. „Intelligente kinderen gaan in hun groei in tegen de trend om in God te geloven. Zij worden atheïsten.”
Prof. dr. H. M. van Praag, emeritus hoogleraar psychiatrie, is niet verbaasd dat intellectuelen afscheid nemen van het geloof. „Zij vinden zichzelf heel verstandig en doen het geloof van anderen af als archaïsch.” Van Praag noemt het een „verarming” als mensen alleen op rationele manier de werkelijkheid bezien. „Er zijn intellectuelen die echt vinden dat het geloof iets is van de oude doos. Maar onder hen zijn ook veel meelopers.”