Mkb wil minder reïntegratieregels
Het midden- en kleinbedrijf moet zelf de regie krijgen over preventie en reïntegratie. Momenteel kampt het mkb met te veel regels op dit vlak. Dit brengt het gevaar mee dat de „maatschappelijke spankracht” van bedrijven in deze categorie wordt overvraagd.
Voorzitter J. ten Hoopen van de Stichting Maatschappelijk Ondernemen (SMO) vindt het hoog tijd het roer drastisch om te gooien. „Overbodige wet- en regelgeving moet weg. In plaats daarvan kunnen goede praktijkvoorbeelden een leidraad voor het beleid zijn”, zei hij maandag tijdens een congres van brancheorganisatie MKB-Nederland in Zeist.
Uit een onderzoek van bureau NIPO blijkt dat het mkb wat sceptisch aankijkt tegen de Wet verbetering poortwachter. Deze is bijna een jaar van kracht en beoogt de instroom in de WAO in te dammen door werknemers vanaf de eerste dag van de ziekmelding via een gestructureerde aanpak zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.
In die structuur zit het belangrijkste obstakel, meent Ten Hoopen: „Reïntegratie zou een informeel proces moeten zijn, in plaats van een brij van wettelijke regels en procedures.”
De ondernemers uit het mkb voelen zich in hun overtuiging gesterkt door de cijfers. Van de bijna 1 miljoen mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, is slechts een kwart uit het mkb afkomstig. „Veel meer dan de arbeidsomstandigheden is de cultuur van het bedrijf maatgevend voor het voorkomen van verzuim”, vindt Ten Hoopen.
Het mkb ziet dan ook niets in de verplichte advisering door Arbo-diensten. „De veronderstelling dat deskundige advisering tot minder ziekteverzuim leidt, snijdt absoluut geen hout.”
Voorzitter H. de Boer van MKB-Nederland zei dat bedrijven met een lager ziekteverzuim dan 5 procent zouden moeten worden vrijgesteld van bepaalde ziekteregels. Als voorbeeld noemde hij een inventarisatie die ondernemers moeten opstellen over seksuele intimidatie. „Wat moet een bedrijf waar drie kerels werken daar nu mee.”
Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die even langskwam om het NIPO-onderzoek in ontvangst te nemen, gaf geen krimp. „De tijd is voorbij dat allerlei regels voor het bedrijfsleven niet golden voor het mkb”, zei hij. „Daarvoor heeft dit zich tot een te belangrijke sector in de Nederlandse economie ontwikkeld.”
Gebrekkige aandacht voor verzuimbeleid en het feit dat ondernemers er zelf geen hinder van ondervonden, vormden in het verleden reden voor de grote instroom in de WAO, stelde de bewindsman. „Een alternatief zou kunnen zijn dat de overheid voortaan alles wat met verzuimbeleid te maken heeft tot in de details regelt. Daarvoor ontbreekt het draagvlak. De beste weg is zelfregulering. Dan moet het bedrijfsleven daar wel in geloven en er van harte aan mee te werken. U heeft uw lot in eigen hand.”
De Geus riep ondernemers op om hun verantwoordelijkheid te nemen om bepaalde categorieën werknemers aan het werk te houden. Uit de maandag gepresenteerde enquête blijkt dat slechts de helft van de ondernemers in het mkb voldoende mogelijkheden ziet om gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers te (her)plaatsen. Voor tweederde van de respondenten staat continuïteit van het bedrijf centraal. Daartegenover is ruim een kwart ook bereid een gedeeltelijk arbeidsongeschikte te plaatsen als dit ten koste van de winst gaat.
Ten Hoopen stelde tegenover de oproep van De Geus het verzoek aan de overheid om het preventie- en reïntegratiebeleid voor het mkb aantrekkelijk te maken. „Er moeten niet alleen financiële prikkels zijn voor ondernemers, maar ook voor werknemers. Anders is het beleid tot mislukking gedoemd.”
Directeur T. Stam van ArboNed, een adviesbedrijf op het gebied van verzuimbegeleiding, reïntegratie en preventie, reageerde positief. Ook wat hem betreft hoeft het salaris van zieke werknemers niet tot 100 procent te worden aangevuld. Een stellingname die bij de mkb’ers beter in de smaak viel dan zijn nuances over het poortwachterproces.